Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. En hij luisterde, hij heeft mij bevrijd. | Toen ik in moeilijkheden was, heb ik de Heer om hulp geroepen. En de Heer heeft mij geantwoord en me gered. |
De Heer is bij mij, daarom ben ik niet bang. Mensen kunnen me geen kwaad doen. | De Heer zorgt voor mij. Ik hoef niet bang te zijn. Wat zouden mensen me kunnen aandoen? |
Je kunt beter hulp zoeken bij de Heer dan vertrouwen op mensen. | Het is beter om bij de Heer te schuilen, dan op mensen te vertrouwen. |
Op deze dag heeft de Heer overwonnen, laten we blij zijn en juichen. | Deze dag is door de Heer gemaakt. Laten we daar blij over zijn! |
Heer, help ons en red ons. Heer, maak ons gelukkig! Wij bidden om vrede en geluk voor alle mensen die naar de tempel komen omdat ze vertrouwen op de Heer. | Heer, red ons alstublieft! Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat! Gezegend is de man die namens de Heer komt. In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn. |