De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen; de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. | Aan de hemel is te zien hoe machtig God is. Het heelal vertelt dat God alles heeft gemaakt. Elke volgende dag spreekt daarover. Elke volgende nacht laat dat weer zien. |
De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. | De wet van de Heer is volmaakt en richt de mensen op God. De woorden van de Heer zijn te vertrouwen en geven de mensen wijsheid. |
De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen. | De bevelen van de Heer zijn goed en maken de mensen blij. De wetten van de Heer zijn zuiver en geven de mensen raad. |
Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn, o Here, mijn rots en mijn verlosser. | Heer, ik wil dat U kan genieten van alles wat ik zeg of denk. Heer, U bent de rots onder mijn voeten. U bent mijn Redder. |