Ik vertrouw op U, Heer, stel me nooit teleur. Red mij, omdat U rechtvaardig bent. | Bij u, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande. Bevrijd mij en doe mij recht. |
Want U bent mijn rots en mijn burcht. U zal mij leiden omdat U bent wie U bent. | U bent mijn rots, mijn vesting, U zult mijn gids zijn, mij leiden, tot eer van uw naam. |
Mijn leven is in uw handen. Red mij van mijn vijanden! | Mijn lot en mijn leven zijn in uw hand, bevrijd mij van mijn vijanden en vervolgers. |
Zorg alstublieft voor mij. Red mij omdat U van mij houdt. | Laat het licht van uw gelaat over mij schijnen, toon uw trouw en red uw dienaar. |
Maar U heeft geweldige dingen klaarliggen voor de mensen die ontzag voor U hebben en die op U vertrouwen. Iedereen zal het zien! | Hoe groot is het geluk dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat U bereid hebt voor wie schuilen bij U, heel de wereld zal het zien. |
Als je op de Heer vertrouwt, hoef je nooit wanhopig te zijn. | U die uw hoop vestigt op de HEER: wees allen sterk en houd moed. |