Want wat de Heer zegt, is waar. Alles wat hij doet, is goed. | Want wat de Heer zegt, is te vertrouwen. Aan alles wat Hij doet, is te zien dat Hij trouw is. |
De Heer wil eerlijkheid en recht. Overal op aarde zie je zijn goedheid. | Hij houdt van rechtvaardigheid. Aan alles op aarde is te zien dat de Heer goed en vol liefde is. |
De Heer heeft de hemel gemaakt. De sterren zijn er omdat hij heeft gesproken. | De hemel is gemaakt door het woord van de Heer. De zon, de maan en de sterren ontstonden door één woord van Hem. |
Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer. De Heer is hun God, hij heeft hen uitgekozen. | Het is heerlijk voor een volk als de Heer zijn God is. Het is heerlijk voor een land als het door Hem is uitgekozen om zijn eigendom te zijn. |
Maar de Heer helpt mensen die hem vereren, en die vertrouwen op zijn liefde. | Het is de Heer die de overwinning geeft. Hij is het die zorgt voor de mensen die diep ontzag voor Hem hebben en die op Hem vertrouwen. |
Heer, laat ons uw liefde zien! Op u vertrouwen wij. | Heer, wees alstublieft goed voor ons, want we vertrouwen op U. |