| Wie zijn mond in toom houdt, bewaart zijn leven; wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf. | Wie zijn mond behoedt, bewaart zijn ziel, wie zijn lippen openspert, hem wacht de ondergang. |
| Het losgeld voor iemands leven is zijn rijkdom, maar de arme krijgt geen bedreiging te horen. | Het losgeld voor iemands leven is zijn rijkdom, maar een arme krijgt zelfs geen bedreiging te horen. |
| Door overmoed ontstaat slechts twist, maar bij hen die zich laten raden, is wijsheid. | Overmoed geeft alleen maar ruzie, maar bij wie zich raad laten geven, is wijsheid. |
| Een vermogen, uit niets verkregen, slinkt weg; maar wie met eigen hand vergadert, wordt rijk. | Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. |
| Een langgerekt hopen maakt het hart ziek, maar een vervulde begeerte is een boom des levens. | Uitgestelde verwachting krenkt het hart, maar een vervuld verlangen is een boom des levens. |
| Wie met wijzen omgaat, wordt wijs; maar wie met dwazen verkeert, wordt slecht. | Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan. |
Gerelateerde onderwerpen
Wijsheid
Want de HERE geeft...
Leven
De HERE zal u...
Geld
Laat uw wijze van...
Spreken
Dood en leven zijn...
Materialisme
Want wij hebben niets...
Angst
Vrees niet, want Ik...