Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. | Alle eer aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus! Hij is de Vader die van ons houdt, de God die ons altijd moed geeft. Steeds als ik het moeilijk heb, geeft God mij nieuwe moed. Daardoor kan ik andere christenen die het moeilijk hebben, ook nieuwe moed geven. De moed die God mij geeft, geef ik door. |
Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug. | Ik laat jullie niet alleen, maar ik kom terug om jullie die nieuwe helper te geven. |
Toen ik door zorgen werd overstelpt, was uw troost de vreugde van mijn ziel. | Als ik bang was en vol zorgen, hebt u mij getroost en blij gemaakt. |
Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest, die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb. | Later zullen jullie het helemaal begrijpen. Dat zal gebeuren als de heilige Geest komt. De Vader zal hem als helper naar jullie toe sturen. Dat doet hij voor mij. De heilige Geest zal jullie herinneren aan alles wat ik tegen jullie gezegd heb. En hij zal ervoor zorgen dat jullie het begrijpen. |
Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. | Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten. |
Maar dit is de waarheid: het is goed voor jullie dat Ik ga, want als Ik niet ga zal de pleitbezorger niet bij jullie komen, maar als Ik weg ben, zal Ik Hem naar jullie zenden. | Luister, dit is de waarheid: het is alleen maar goed voor jullie dat ik wegga. Want anders kan jullie helper, de heilige Geest, niet komen. Ik zal hem naar jullie toe sturen als ik bij God ben. |
Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn. | En ik zal de Vader vragen om jullie een nieuwe helper te geven: de heilige Geest. Die zal voor altijd bij jullie zijn. |
In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER!’ En de HEER antwoordde, Hij gaf mij ruimte. | Toen ik het moeilijk had, riep ik naar de Heer. En hij luisterde, hij heeft mij bevrijd. |
Ik, Ik ben het die jullie troost. Hoe kun je dan bang zijn voor een sterveling, voor een mensenkind dat vergaat als gras? | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, ik zal jullie troosten, ik zal jullie beschermen. Je hoeft niet bang te zijn voor andere mensen. Want mensen zijn zwak, ze leven maar kort. Net als een bloem die maar even bloeit en dan doodgaat.’ |
Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen. Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen. | Ze zullen geen honger of dorst meer hebben. Ze zullen geen last hebben van de hete wind en de brandende zon. Want het lam, dat vlak bij Gods troon staat, zal hen beschermen. Het lam brengt hen naar een bron met water dat eeuwig leven geeft. En dan zal God al hun tranen drogen. |
Want zoals wij volop delen in het lijden van Christus, zo delen wij volop in de troost die God ons door Christus geeft. | Ik moet veel lijden omdat ik bij Christus hoor. Maar dankzij Christus krijg ik ook veel steun van God. |
Wanneer de pleitbezorger komt die Ik van de Vader naar jullie zal zenden, de Geest van de waarheid, die van de Vader komt, zal die over Mij getuigen. | Als ik bij de Vader ben, zal ik de heilige Geest naar jullie toe sturen. Hij zal jullie helper zijn, die bij de Vader vandaan komt. Hij zal aan jullie de waarheid over mij bekendmaken. |
Moge God, die ons doet volharden en ons troost geeft, u de eensgezindheid geven die Christus Jezus van ons vraagt. | God zelf geeft ons moed en kracht om vol te houden. En ik bid dat God jullie zal helpen om het voorbeeld van Jezus Christus te volgen. Dan leren jullie om met elkaar mee te voelen. |