Doe alles wat jullie Heer God heeft gezegd. Dan zal het goed met jullie gaan in het land dat jullie gaan veroveren. | Volg steeds de weg die Hij u heeft gewezen, dan zult u in leven blijven; het zal u goed gaan en u zult lang wonen in het land dat u in bezit krijgt. |
God zal Zelf voor jullie uit gaan. Hij zal met jullie zijn. Hij zal jullie niet in de steek laten. Wees dus niet bang. | De HEER zelf gaat voor je uit, Hij zal je bijstaan en geen moment van je zijde wijken. Wees niet bang en laat je door niets ontmoedigen. |
Zorg ervoor dat ik altijd het goede doe. Laat het kwaad geen macht over me krijgen. | Stuur mijn gangen zoals U hebt beloofd, lever mij niet uit aan de macht van het kwaad. |
Jezus begon weer les te geven. Hij zei: "IK BEN het licht voor de mensen. Iemand die Mij volgt, hoeft nooit meer in het donker te leven. Hij zal wandelen in het licht dat leven geeft." | Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei: ‘Ik ben het licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ |
Laat je door de Heer helpen om van Hem te houden en om net zo vast te houden aan het geloof als Christus. | Moge de Heer uw hart richten op de liefde voor God en de standvastige trouw aan Christus. |
Volg alleen jullie Heer God en heb diep ontzag voor Hem. Houd je aan zijn wetten. Gehoorzaam Hem, dien Hem en wees trouw aan Hem. | Blijf de HEER, uw God, volgen en heb alleen voor Hem ontzag. Leef zijn geboden na en luister naar Hem; dien alleen Hem en blijf Hem toegedaan. |
En als je het kruis niet opneemt en Mij volgt, ben je Mij niet waard. | Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard. |
Toen riep Jezus de grote groep mensen en zijn leerlingen bij Zich. Hij zei tegen hen: "Als je bij Mij wil horen, moet je stoppen met voor jezelf te leven. Je moet het kruis opnemen en Mij volgen." | Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.’ |
Als iemand Mij wil dienen, moet hij Mij volgen. En waar Ik ben, zal ook hij zijn als mijn dienaar. Als iemand Mij dient, zal de Vader hem prijzen. | Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden. |
Laat je dus leiden door Gods Geest. Dan zul je ook door de Geest op het rechte pad blijven. | Als we leven door de Geest, laten we de Geest dan ook volgen. |
Kinderen die van hun vader houden, doen hun vader in alles na. Laat op dezelfde manier God jullie voorbeeld zijn en doe Hem na. | Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die Hij liefheeft. |
Het is heerlijk voor je om diep ontzag voor God te hebben. Het is heerlijk voor je als je Hem in alles gehoorzaamt. | Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die hij wijst. |
Want nu God jullie heeft geroepen, zullen jullie ook moeten lijden. Dat hoort erbij. Want ook Christus heeft voor ons geleden terwijl Hij niets slechts had gedaan. Zo is Hij een voorbeeld voor ons. En Hij wil dat we zijn voorbeeld volgen. | Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, omwille van u, en heeft u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem. |
Als je leeft zoals de Heer het wil, geniet Hij van je en helpt Hij je. | Wie de HEER welgevallig is, mag zijn weg gaan met vaste tred. |
Want God heeft ons gemaakt. En Hij heeft ook Zelf in Jezus Christus nieuwe mensen van ons gemaakt. Nu kunnen we voor Hem de goede dingen doen die Hij van tevoren al voor ons had bedacht. | Want Hij is het die ons gemaakt heeft tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid. |
En alles wat jullie zeggen en doen, moeten jullie doen namens de Heer Jezus. Dank ook God de Vader door Hem. | Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door Hem. |
Jezus zei tegen de Joden die in Hem geloofden: "Als jullie blijven geloven wat Ik zeg en doen wat Ik zeg, zijn jullie echte leerlingen van Mij. Dan zullen jullie de waarheid gaan begrijpen, en de waarheid zal jullie vrijmaken." | En tegen de Joden die in Hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ |
Jezus zei: "Als je volmaakt wil zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen. Dan zul je een schat in de hemel hebben. Kom dan hier en volg Mij." | Jezus antwoordde hem: ‘Als u volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat u bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg Mij.’ |
Wijk niet van het rechte pad af. Blijf ver bij het kwaad vandaan. | Wijk niet af naar rechts, wijk niet af naar links, wijk alleen uit voor het kwaad. |
Zo is het ook met het geloof. Jullie geloof moet te zien zijn aan wat jullie doen. Is dat niet te zien, dan is jullie geloof dood. | Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood. |
Als jullie veel van elkaar houden, zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn. | Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn. |
God is de God van vrede. Hij heeft de Heer Jezus, de grote Herder van de schapen, uit de dood teruggeroepen. Hij deed dat vanwege het bloed waarmee Hij een eeuwig verbond sloot. Ik bid dat deze God jullie geschikt zal maken om alles te doen wat Hij van jullie vraagt. Hij zal door middel van Jezus Christus in jullie werken. Alle eer is voor Hem, voor eeuwig. Amen! Zo is het! | Moge de God van de vrede, die onze Heer Jezus, de machtige herder van de schapen, door het bloed van het eeuwig verbond uit het dodenrijk heeft weggeleid, u toerusten met al het goede, zodat u zijn wil kunt doen. Moge Hij in ons datgene tot stand brengen wat Hem welgevallig is, door Jezus Christus, aan wie de eer toekomt, tot in alle eeuwigheid. Amen. |
Als jullie denken dat het verkeerd is om de Heer te dienen, kies dan vandaag wie jullie wél willen dienen. De goden die jullie voorvaders aan de overkant van de Rivier aanbaden, of de goden van de Amorieten van het land hier. Maar ík en mijn familie zullen de Heer dienen! | Als u daar niet toe bereid bent, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden van uw voorouders ten oosten van de Eufraat of de goden van de Amorieten, van wie u nu het land bewoont. Ikzelf en mijn familie zullen de HEER dienen. |
Ik haast me om U te gehoorzamen. Ik aarzel geen moment. | Ik haast mij, en aarzel niet mij te houden aan uw geboden. |
Het eert mijn Vader als er veel vrucht aan jullie groeit. Het laat zien dat jullie mijn leerlingen zijn. | De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vruchten voortbrengen en mijn leerlingen zijn. |