DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Angst'

  • Als je zeker weet dat God van je houdt en je dus vol bent van zijn liefde, hoef je niet bang voor Hem te zijn. Want volmaakte liefde verjaagt alle angst voor God. Want als je bang bent, komt dat omdat je bang bent voor straf. Als je bang bent, ben je nog niet helemaal vol van liefde.
  • God heeft ons geen geest van angst gegeven, maar een geest van kracht, liefde en zelfbeheersing.
  • Israël, wees niet bang, want Ik ben met je.
    Kijk niet angstig rond, want Ik ben je God.
    Ik maak je sterk. Ik help je.
    Ik houd je stevig vast en Ik kom voor je op.
  • De Heer is mijn licht en mijn redding.
    Daarom ben ik voor niemand bang.
    De Heer is mijn kracht.
    Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn.
  • Maar als ik bang ben, vertrouw ik op U.
  • Vergeet niet wat Ik tegen je heb gezegd: 'Wees vastberaden en vol vertrouwen!' Wees dus nooit bang. Want Ik, je Heer God, ben met je, waar je ook gaat.
  • Als je bang bent voor wat mensen van je vinden, zet je een val op voor jezelf.
    Maar als je op de Heer vertrouwt, kan niemand je iets doen.
  • Maak je nergens zorgen over, maar vertel in gebed aan God wat je nodig hebt. Dank Hem ook voor alles. Dan zal de vrede van God, die wij met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, jullie hart en jullie gedachten beschermen in Jezus Christus.
  • Ik riep tot de Heer en Hij antwoordde mij.
    Steeds als ik bang was, heeft Hij mij gered.
  • Want Ik, je Heer God,
    grijp jou bij je hand.
    Ik zeg tegen je:
    Wees niet bang. Ik help je.
  • De Heer zorgt voor mij.
    Ik hoef niet bang te zijn.
    Wat zouden mensen me kunnen aandoen?
  • Gooi alles waar je je zorgen over maakt maar in Gods handen, want Hij zorgt voor je.
  • Toen ze Hem op het meer zagen lopen, dachten ze dat ze een spook zagen. Ze schreeuwden van angst. Ze zagen Hem allemaal en ze waren doodsbang. Maar Hij zei tegen hen: "Rustig maar! IK BEN het, wees maar niet bang."
  • Want jullie hebben geen geest gekregen die bange slaven van jullie maakt. Maar jullie hebben Gods Geest gekregen. Hij maakt jullie tot kinderen van God. Door Gods Geest noemen we Hem vol vertrouwen: "Lieve Vader!"
  • Zelfs als ik door een diep, donker dal ga,
    een dal van moeilijkheden,
    ben ik nergens bang voor, want U bent bij mij.
    Met uw stok en uw herdersstaf
    beschermt U mij en stuurt U mij bij.
    Het troost mij dat U dat doet.
  • Wees vastberaden en vol vertrouwen. Wees niet bang voor hen. Want jullie Heer God zal Zelf met jullie meegaan. Hij zal jullie niet in de steek laten.
  • Jullie geloven dat God Eén is? Dat is goed, maar dat geloven de duivelse geesten ook, en ze beven van angst voor Hem.
  • God zal Zelf voor jullie uit gaan. Hij zal met jullie zijn. Hij zal jullie niet in de steek laten. Wees dus niet bang.
  • Jezus zei: "Wees niet verdrietig. Jullie geloven in God. Geloof nu ook in Mij."
  • Ik vertrouw op U, mijn God, en ik prijs uw woord.
    Omdat ik op U vertrouw, hoef ik voor niemand bang te zijn.
    Wat zou een mens mij kunnen doen?
  • Jullie weten toch dat twee mussen voor maar één muntje worden verkocht? Toch zal niet één mus doodgaan zonder dat jullie Vader het toestaat. Ook weet Hij zelfs precies hoeveel haren jullie op je hoofd hebben. Wees dus niet bang, want jullie zijn belangrijker dan een heleboel mussen bij elkaar.
  • Daarom kunnen we vol vertrouwen zeggen: "De Heer zal mij altijd helpen. Daarom hoef ik nooit bang te zijn voor wat mensen mij kunnen aandoen."
  • Wees niet bang, mijn kleine kudde! Want jullie Vader heeft besloten jullie het Koninkrijk te geven.
  • Maar zelfs als mensen jullie slecht behandelen omdat jullie doen wat God wil, dan zal dat toch heerlijk voor jullie zijn. Wees niet bang als de mensen jullie bedreigen. Laat je niet afschrikken.
  • Maar Jezus hoorde het en zei: "Wees niet bang, maar geloof! Dan zal ze worden gered."
  • Net zoals een vader goed zorgt voor zijn kinderen,
    zó goed zorgt Hij voor de mensen die diep ontzag voor Hem hebben.
  • De engel zei tegen haar: "Je hoeft niet bang te zijn, Maria. Want God wil goed voor jou zijn. Je zal in verwachting raken en een zoon krijgen. Je moet Hem Jezus (= 'God redt') noemen."
  • Iemand die rijk is, wordt gedwongen om losgeld te betalen voor zijn leven.
    Een arm mens wordt niet eens bedreigd.
  • Het is beter niet veel te bezitten maar wel diep ontzag voor de Heer te hebben,
    dan rijk te zijn zonder vrede in je hart.
  • De Heer zegt: "Ik, Ik ben het die jullie troost, bewoners van Jeruzalem!
    Waarom zijn jullie zo bang voor een sterfelijk mens?
    Een mens die uiteindelijk net zo snel verdwijnt als het gras?"
  • Zelfs als er een heel leger op mij af komt,
    ben ik nog steeds niet bang.
    Al breekt de strijd tegen mij los,
    toch blijf ik vertrouwen.
  • Maar U heeft geweldige dingen klaarliggen
    voor de mensen die ontzag voor U hebben
    en die op U vertrouwen.
    Iedereen zal het zien!
  • Wanhopig riep ik de Heer om hulp.
    Ik riep tot mijn God.
    Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis.
    Mijn geroep klonk in zijn oren.
  • En wees niet bang voor de mensen. Ze kunnen wel jullie lichaam doden, maar niet jullie ziel. Jullie kunnen beter bang zijn voor Hem die alle twee, lichaam en ziel, in de hel kan gooien.
  • Maar ik zal zingen over uw kracht.
    Elke morgen zal ik vrolijk zingen over uw liefde.
    Want bij U ben ik zo veilig als in een burcht.
    U bent mijn veilige plaats in moeilijkheden.
  • Jullie weten dat vijf mussen worden verkocht voor maar twee muntjes. Maar niet één van die mussen is door God vergeten. Ook weet Hij precies hoeveel haren jullie op je hoofd hebben. Wees niet bang! Want jullie zijn belangrijker dan een heleboel mussen bij elkaar.
  • Terwijl ze zo baden, beefde het huis waar ze waren. En ze werden allemaal vol van de Heilige Geest. En vol geloof en zonder vrees vertelden ze het woord van God aan de mensen.
  • Maar de engel zei tegen hen: "Jullie hoeven niet bang te zijn. Want ik breng jullie goed nieuws. Dat goede nieuws is voor het hele volk."
  • Want wat de andere volken aanbidden, is machteloos. Het zijn gewoon stukken hout die mensen uit het bos hebben gekapt. Ze hebben er met een beitel een vorm aan gegeven en die met zilver en goud versierd. Ze zetten ze daarna met spijkers vast, zodat ze niet kunnen omvallen. Zo staan ze daar. Het zijn net vogelverschrikkers, want spreken kunnen ze niet. Ze moeten gedragen worden, want ze kunnen niet zelf lopen. Wees niet bang voor zulke goden, want ze doen geen kwaad. Maar ze doen ook niets goeds!