Zeker, mijn ziel is stil voor God; van Hem is mijn heil. | Bij God ben ik veilig. Hij zal mij redden. |
Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE, uw God, is met u, overal waar u heen gaat. | Vergeet niet wat Ik tegen je heb gezegd: 'Wees vastberaden en vol vertrouwen!' Wees dus nooit bang. Want Ik, je Heer God, ben met je, waar je ook gaat. |
Genees mij, HEERE, en ik zal genezen worden, verlos mij, en ik zal verlost worden, want U bent mijn lofzang. | Jeremia zegt: "Genees mij, Heer, dan zal ik weer gezond zijn. Help mij, dan zal ik gered zijn. U prijs ik." |
Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden. | En Ik blijf jullie dragen totdat jullie oud en grijs geworden zijn. Want Ik ben altijd Dezelfde en Ik verander niet. Ik heb jullie gedragen en Ik zal jullie blijven dragen. Ik zal jullie optillen, dragen en redden. |
Want één dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik verkoos liever te staan op de drempel van het huis van mijn God dan lang te wonen in de tenten van de goddeloosheid. | Ik ben liever één dag op het plein voor uw tempel dan duizend dagen ergens anders. Ik sta liever bij de drempel van uw heiligdom, dan dat ik woon bij mensen die zich niets van U aantrekken. |
Wie vermaning liefheeft, heeft kennis lief, maar wie bestraffing haat, is onverstandig. | Je bent verstandig als je naar een waarschuwing luistert. Maar als je dat niet doet, ben je onverstandig. |
Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet al te zeer wankelen. | Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. |
Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen. | Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. |
HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. | Heer, U kent mij door en door. U weet alles van mij, waar ik ook ben. U weet alles wat ik denk. |
Maar Ik zeg u de waarheid: Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden. | Maar geloof Mij: het is beter voor jullie dat Ik wegga. Want als Ik niet wegga, kan de Helper niet naar jullie toe komen. Maar als Ik wel wegga, kan Ik Hem naar jullie toe sturen. |
Bezit aan vluchtigheid ontsproten, wordt minder, maar wie met zijn hand bijeenbrengt, vermeerdert zijn bezit. | Als je zomaar veel geld hebt gekregen, ben je dat ook snel weer kwijt. Maar als je er zelf hard voor werkt, word je rijk. |
Al belegerde mij een leger, mijn hart zou niet vrezen; al brak er een oorlog tegen mij uit, toch vertrouw ik hierop. | Zelfs als er een heel leger op mij af komt, ben ik nog steeds niet bang. Al breekt de strijd tegen mij los, toch blijf ik vertrouwen. |
Ik zal wandelen op ruime baan, omdat ik Uw bevelen gezocht heb. | Ik zal in vrijheid kunnen leven als ik U gehoorzaam ben. |
Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tegen de HEERE: Mijn toevlucht en mijn burcht, mijn God, op Wie ik vertrouw! | Als je bescherming zoekt bij de Allerhoogste God, ben je helemaal veilig. Ik zeg tegen de Heer: "Bij U ben ik zo veilig als in een schuilplaats, zo veilig als in een burcht. U bent mijn God. Ik vertrouw op U." |
Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel. | Zelfs als ik zou sterven, bent U alles voor mij. U bent de rots onder mijn voeten. Voor eeuwig bent U alles voor mij. |
Als bedroefden, maar toch steeds blij; als armen, maar die toch velen rijk maken; als mensen die niets hebben en toch alles bezitten. | We hebben verdriet, maar toch zijn we altijd blij. We hebben niets, maar toch maken we veel mensen rijk. We hebben niets, maar eigenlijk hebben we alles. |
Wie Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. | Als jullie van mijn lichaam eten en van mijn bloed drinken, zijn jullie één met Mij en ben Ik één met jullie. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Er is geen andere God dan de Heer! Er is geen andere rots dan onze God! Alleen Hij is de rots onder onze voeten. |
Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb. | Als je overwint, zul je met Mij op mijn troon zitten. Net zoals ook Ik heb overwonnen en met mijn Vader op zijn troon zit. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Er is geen andere God dan de Heer! Er is geen andere rots dan onze God! Hij is de rots onder onze voeten. |
Hij zei: Ik heb U hartelijk lief, HEERE, mijn sterkte. De HEERE is mijn rots en mijn burcht en mijn Bevrijder, mijn God, mijn rots, tot Wie ik de toevlucht neem, mijn schild en de hoorn van mijn heil, mijn veilige vesting. | Hij zei: Ik houd heel erg veel van U, mijn Heer. U geeft mij kracht. Heer, U bent de rots onder mijn voeten, de burcht waar ik veilig ben, mijn Bevrijder. U bent mijn God, de rots waarop ik kan vertrouwen, het schild dat mij beschermt, mijn Redder, mijn sterke toren waarin ik veilig ben. |
Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst. | Leven betekent voor mij: leven voor Christus. Maar als ik sterf, betekent dat voor mij nog iets veel beters. Want dan ben ik bij de Heer. |
Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. | Maar Hij zei tegen mij: "Je hebt genoeg aan mijn liefdevolle goedheid. Want mijn kracht kan pas helemaal zichtbaar worden als jij zelf zwak bent." Daarom zal ik maar al te graag opscheppen over de dingen waarin ik zwak ben. Want door die dingen is de kracht van Christus in mij te zien. |
Ik echter zal van Uw macht zingen en 's morgens vrolijk zingen van Uw goedertierenheid. Want U bent voor mij een veilige vesting geweest, een toevlucht in de dagen dat angst mij benauwde. | Maar ik zal zingen over uw kracht. Elke morgen zal ik vrolijk zingen over uw liefde. Want bij U ben ik zo veilig als in een burcht. U bent mijn veilige plaats in moeilijkheden. |
En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. | En als je het kruis niet opneemt en Mij volgt, ben je Mij niet waard. |
Gerelateerde onderwerpen
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...
Bescherming
Bekleed u met de...
Kracht
Wees niet bevreesd, want...
Jezus
Maar Jezus keek hen...
Redding
En de zaligheid is...
Veiligheid
Maar de Heere is...
Bijbeltekst van de dag
Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen.