- Hij alleen is mijn rots en mijn redding,
mijn burcht, ik zal niet wankelen. - De HEER behoedt je voor alle kwaad,
Hij waakt over je leven,
de HEER houdt de wacht
over je gaan en je komen
van nu tot in eeuwigheid. - Maar ik, ik zal uw sterkte roemen,
in de morgen uw trouw bezingen:
U bent voor mij altijd een burcht geweest,
een toevlucht in tijden van nood. - Hij is een rots, Hij staat voor recht;
alles wat Hij doet is volmaakt.
Trouw is God, rechtvaardig en zuiver,
in Hem is geen spoor van kwaad. - Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont
en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende,
zegt tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting,
mijn God, op U vertrouw ik.’ - Draag de verlossing als helm en Gods woord als zwaard, dat u van de Geest ontvangt.
- Zing voor God, bezing zijn naam,
maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt.
HEER is zijn naam! Jubel als Hij verschijnt:
vader van wezen, beschermer van weduwen,
God in zijn heilig verblijf. - Want de HEER heeft gerechtigheid lief,
wie Hem trouw zijn, verlaat Hij niet.
Zij blijven voor eeuwig behouden,
maar het nageslacht van zondaars wordt verdelgd.