Bijbelteksten over 'Bouwen'

«»

• Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien?
  Lucas 14:28schuldenplanninggeld
• En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.
  Matteüs 16:18kerkgemeenschaphel
• Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op.
  1 Korintiërs 10:23wetgoedheidrechtvaardigheid
• Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú.
  1 Korintiërs 3:9dienenkerkevangelisatie
• Laat daarom ieder van ons zijn naaste behagen ten goede, tot opbouw.
  Romeinen 15:2egoismebemoedigingnaaste
• Maar u, geliefden, bouw uzelf op in uw allerheiligst geloof en bid in de Heilige Geest, bewaar uzelf in de liefde van God en verwacht de barmhartigheid van onze Heere Jezus Christus, tot het eeuwige leven.
  Judas 1:20-21geloofHeilige Geestliefde
• Als de HEERE het huis niet bouwt,
  tevergeefs zwoegen zijn bouwers eraan;
  als de HEERE de stad niet bewaart,
  tevergeefs waakt de wachter.
  Psalm 127:1Godafhankelijkheidwerken
• Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid, naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld.
  Romeinen 12:3genadegeloofverstand