Bijbelteksten over 'Bouwen'
- Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw?
- En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.
- Maar u, geliefde broeders en zusters, moet uw leven bouwen op het fundament van uw zeer heilige geloof. Laat u bij het bidden leiden door de heilige Geest, houd vast aan Gods liefde, en zie uit naar de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus, die u het eeuwige leven zal schenken.
- Dus wij zijn medewerkers van God en u bent zijn akker.
U bent een bouwwerk van God. - Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is.
- U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend.
- Als de HEER het huis niet bouwt,
vergeefs zwoegen de bouwers;
als de HEER de stad niet bewaakt,
vergeefs doet de wachter zijn ronde. - Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden. U moet verstandig over uzelf denken, in overeenstemming met het geloof, de maatstaf die God ieder van u geschonken heeft.
- Laat geen verderfelijke taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goeddoen aan wie ze hoort.






