Bijbelteksten over 'Gebrek'
- Elke inspanning levert iets op,
loze praatjes leiden enkel tot gebrek. - Ik weet wat het is om gebrek te lijden, maar ook wat het is om in rijkdom te leven. Ik heb alles aan den lijve ondervonden: overvloed en honger, rijkdom en gebrek.
- Bij gebrek aan overleg mislukken plannen,
ze slagen pas na rijp beraad. - Ik zeg dit niet omdat ik gebrek lijd; ik heb geleerd om in alle omstandigheden tevreden te zijn.
- Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die genoeg heeft om van te bestaan maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?
- Vriendin, aan jou is alles mooi,
niets ontsiert je schoonheid. - Jonge leeuwen lopen hongerig rond,
wie de HEER zoekt, ontbreekt het aan niets. - Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden.
- U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geërfd, maar met het kostbare bloed van Christus, als dat van een lam zonder smet of gebrek.
- Hij antwoordde: ‘Vanwege jullie gebrek aan geloof. Ik verzeker jullie: als jullie geloof hebben als een mosterdzaadje, dan zeg je tegen die berg: “Verplaats je van hier naar daar!” en dan zal hij zich verplaatsen. Niets zal voor jullie onmogelijk zijn.’
- Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?
- Toen Hij op sabbat eens door de korenvelden liep, begonnen zijn leerlingen onderweg aren te plukken. ‘Kijk eens!’ zeiden de farizeeën tegen Hem. ‘Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?’ Maar Hij antwoordde: ‘Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen gebrek leden en honger hadden? Hij ging het huis van God binnen – Abjatar was toen hogepriester – en at van de toonbroden, waarvan alleen de priesters mogen eten. En hij gaf ze ook aan zijn mannen te eten.’ En Hij voegde eraan toe: ‘De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat; en dus is de Mensenzoon ook heer over de sabbat.’
- Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’
Bijbeltekst van de dag
Hij alleen is mijn rots en mijn redding,mijn burcht, ik zal niet wankelen.