God zegent ons en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. | Moge God ons zegenen opdat de einden der aarde ontzag hebben voor Hem. |
God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. | Want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid. |
Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard. | Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen. |
Immers, elk huis wordt door iemand gebouwd, maar Hij Die dit alles gebouwd heeft, is God. | Elk huis heeft een bouwer, maar God is de bouwer van alles. |
Wij vastten en verzochten onze God hierom, en Hij liet Zich door ons verbidden. | Daarom vastten wij en vroegen onze God om hulp, en Hij verhoorde ons. |
Geliefden, als God ons zo liefhad, moeten ook wij elkaar liefhebben. | Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. |
Daarom bent U groot, Heere God, want er is niemand zoals U, en er is geen God dan U alleen, zoals blijkt uit alles wat wij met onze eigen oren gehoord hebben. | Daarom bent U groot, HEER, mijn God. Het is zoals ons altijd is voorgehouden: zoals U is er geen, er bestaat geen andere god dan U. |
En de middelaar is niet middelaar van één partij, maar God is één. | Maar bemiddeling is niet nodig wanneer er maar één is die handelt, en God is één. |
God is ons een toevlucht en kracht; Hij is in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden. | God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. |
Zie, Ik ben de HEERE, de God van alle vlees. Zou ook maar iets voor Mij te wonderlijk zijn? | Ik ben de HEER, de God van al wat leeft. Is er ook maar iets dat voor Mij onmogelijk is? |
Want wie van de mensen kent de dingen van de mens dan de geest van de mens, die in hem is? Zo kent ook niemand de dingen van God dan de Geest van God. | Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. |
Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven. | We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de ware God te kennen. En wij zijn in Hem, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, Hij is het eeuwige leven. |
Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? | U weet toch dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont? |
En dit is het getuigenis, namelijk dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon. | Dit getuigenis luidt: God heeft ons eeuwig leven geschonken en dat leven is in zijn Zoon. |
Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is en Die u van God hebt ontvangen, en dat u niet van uzelf bent? U bent immers duur gekocht. Verheerlijk daarom God in uw lichaam en in uw geest, die van God zijn. | Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God? Weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam. |
Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. | Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. |
Er is niemand zo heilig als de HEERE, want er is niemand buiten U, en er is geen rotssteen als onze God. | Geen is er heilig als de HEER, er is geen andere god dan U, geen rots is er als onze God. |
Geloofd zij de Heere; dag aan dag overlaadt Hij ons. Die God is onze zaligheid. Sela | Geprezen zij de Heer, dag aan dag, deze God draagt ons en redt ons. sela |
Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand. | Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals Hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. |
Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. | Nu wij rechtvaardig verklaard zijn op grond van geloof, leven we in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. |
Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken. | Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie Hem wil naderen moet immers geloven dat Hij bestaat en dat Hij beloont wie Hem zoeken. |
Want U hebt ons beproefd, o God, U hebt ons gelouterd, zoals men zilver loutert. | U hebt ons beproefd, o God, ons gezuiverd, gezuiverd als zilver. |
Zie, welzalig is de sterveling die door God gestraft wordt; verwerp daarom de bestraffing van de Almachtige niet. | Gelukkig de mens die door God wordt getuchtigd; wijs daarom de straf van de Ontzagwekkende niet af! |
Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen. | Blijf juist volharden, want als u de wil van God doet, zult u ontvangen wat u beloofd is. |
Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden. | Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven. |