Geef en aan u zal gegeven worden: een goede, vastgedrukte, geschudde, overlopende maat zal men u in de schoot geven, want met dezelfde maat waarmee u meet, zal er bij u ook gemeten worden. | Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte, geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat, waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden. |
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. | De genade van de Here Jezus Christus zij met uw geest. |
Vanaf het begin is Uw woord waarachtig, al Uw rechtvaardige bepalingen zijn voor eeuwig. | Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig. |
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. | De genade van de Here Jezus zij met allen. |
Ik zal U loven met een oprecht hart, wanneer ik Uw rechtvaardige bepalingen geleerd heb. | Ik zal U loven in oprechtheid des harten, wanneer ik uw rechtvaardige verordeningen leer. |
De genade van onze Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen. | De genade van de Here Jezus Christus zij met ulieder geest. |
En wie is het die u kwaad zal doen, als u navolgers bent van het goede? | En wie zal u kwaad doen, als gij u beijvert voor het goede? |
Niet ons, HEERE, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw. | Niet ons, o Here, niet ons, maar uw naam geef eer, om uw goedertierenheid, om uw trouw. |
Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten. | Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten. |
En Petrus opende zijn mond en zei: Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt; maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig. | En Petrus opende zijn mond en zeide: Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig. |
U immers zegent de rechtvaardige, HEERE; U omringt hem met goedgunstigheid als met een schild. | Want Gij zegent de rechtvaardige, o Here, Gij omgeeft hem met welbehagen als met een schild. |
Want de HEERE is Zijn volk goedgezind, Hij zal de zachtmoedigen aanzien geven met heil. | Want de Here heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil. |
Nu dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te dienen, met heel uw hart en met heel uw ziel, en de geboden van de HEERE en Zijn verordeningen, die ik u heden gebied, in acht te nemen, u ten goede? | Nu dan, Israël, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wèl ga. |
Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken. | Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg, ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken. |
Baan het spoor voor je voet, en laten al je wegen vaststaan. | Laat uw voet een effen pad inslaan en laten al uw wegen vast zijn. |
Omgord daarom de lendenen van uw verstand, wees nuchter en hoop volkomen op de genade die u gebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. | Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus. |
Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven. | En vergeldt geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegent integendeel, wijl gij hiertoe geroepen zijt, dat gij zegen zoudt beërven. |
Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is. | Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is. |
Vertrouw op de HEERE en doe het goede; bewoon de aarde en voed u met trouw. | Vertrouw op de Here en doe het goede, woon in het land en betracht getrouwheid. |
Hij zei: Als u aandachtig luistert naar de stem van de HEERE, uw God, en doet wat juist is in Zijn ogen, als u Zijn geboden gehoorzaamt en al Zijn verordeningen in acht neemt, dan zal Ik geen enkele van de ziekten over u brengen die Ik over Egypte gebracht heb, want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester. | Indien gij aandachtig luistert naar de stem van de Here, uw God, en doet wat recht is in zijn ogen, en uw oor neigt tot zijn geboden en al zijn inzettingen onderhoudt, zal Ik u geen enkele van de kwalen opleggen, die Ik de Egyptenaren opgelegd heb; want Ik, de Here, ben uw Heelmeester. |
Al zijn wegen zijn iemand recht in zijn eigen ogen, maar de HEERE toetst de harten. | Elke weg van een mens is recht in zijn ogen, maar de Here beproeft de harten. |
De lippen van de rechtvaardige weten wat aangenaam is, maar de mond van de goddelozen alleen verderfelijke dingen. | De lippen van de rechtvaardige weten wat welgevallig is, maar de mond der goddelozen is enkel valsheid. |
Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven. | Worden niet twee mussen te koop aangeboden voor een duit? En niet één daarvan zal ter aarde vallen zonder uw Vader. En de haren van uw hoofd zijn ook alle geteld. Weest dan niet bevreesd: gij gaat vele mussen te boven. |
Laat de liefde ongeveinsd zijn. Heb een afkeer van het kwade en houd vast aan het goede. | De liefde zij ongeveinsd. Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede. |
Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze voor jou vermeerderen. | Mijn zoon, vergeet mijn onderwijzing niet en uw hart beware mijn geboden, want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. |