Wie anders is God dan de HEER, wie anders een rots dan onze God? | Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? |
Bij God is mijn redding en mijn eer, mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God. | In God is mijn heil en mijn eer; mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God. |
Daarom bent U groot, HEER, mijn God. Het is zoals ons altijd is voorgehouden: zoals U is er geen, er bestaat geen andere god dan U. | Daarom bent U groot, Heere God, want er is niemand zoals U, en er is geen God dan U alleen, zoals blijkt uit alles wat wij met onze eigen oren gehoord hebben. |
Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. | Voor alles is er een vastgestelde tijd, en er is een tijd voor elk voornemen onder de hemel. |
Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. Jullie zoeken Jezus van Nazaret, die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, Hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar Hij was neergelegd.’ | Maar hij zei tegen hen: Wees niet ontdaan. U zoekt Jezus de Nazarener, de Gekruisigde. Hij is opgewekt! Hij is hier niet; zie de plaats waar ze Hem gelegd hadden. |
De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en geloof dit goede nieuws. | De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie. |
Want voor God is niets onmogelijk. | Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. |
Ten slotte, broeders en zusters, laat u leiden door al wat waar is, al wat edel, rechtvaardig, zuiver, beminnelijk en eervol is, kortom door al wat deugdzaam is en lof verdient. | Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat. |
U, kinderen, komt uit God voort en u hebt de valse profeten overwonnen, want Hij die in u is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst. | Lieve kinderen, u bent uit God en u hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is. |
Wie geduldig is, geeft blijk van groot inzicht, wie onbesuisd is, stapelt dwaasheid op dwaasheid. | Wie geduldig is, heeft veel inzicht, maar wie kortaangebonden is, verheft de dwaasheid. |
Iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muur is geslecht. | Zoals een opengebroken stad zonder muur, zo is een man die zijn geest niet in bedwang houdt. |
Hemelhoog is uw liefde, tot aan de wolken reikt uw trouw. | Want Uw goedertierenheid is groot tot aan de hemel, Uw trouw tot de wolken. |
Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd. | Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. |
Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. | Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. |
Hoeveel beter is het wijsheid te verwerven dan goud, hoezeer is inzicht te verkiezen boven zilver. | Hoeveel beter is het verwerven van wijsheid dan bewerkt goud, en het verwerven van inzicht is verkieslijker dan zilver! |
De HEER God zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.’ | Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem. |
Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. | Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. |
Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. | Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is. |
Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen. | De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen. |
Want zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. | Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. |
De HEER is goed, een vesting in tijden van nood, Hij kent wie bij Hem schuilen. | De HEERE is goed, Hij is tot een vesting op de dag van de benauwdheid. Hij kent hen die tot Hem hun toevlucht nemen. |
Ongetwijfeld is dit het grote geheim van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam, in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken, Hij vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit. | En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid. |
De HEER is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de HEER is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn? | De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben? |
Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. | Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. |
Rechtvaardig is de HEER in alles wat Hij doet, heel zijn schepping blijft Hij trouw. | De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, goedertieren in al Zijn werken. |