Beter een schamel bezit, rechtvaardig verworven, dan een grote rijkdom, verkregen door onrecht. | Beter een weinig met gerechtigheid, dan grote inkomsten met onrecht. |
Een mens stippelt zijn weg uit, de HEER bepaalt de richting die hij gaat. | Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de Here bestiert zijn gang. |
Hoeveel beter is het wijsheid te verwerven dan goud, hoezeer is inzicht te verkiezen boven zilver. | Hoeveel beter is het, wijsheid te verkrijgen dan goud, hoeveel verkieslijker is het, verstand te verwerven dan zilver! |
Wie goed luistert, zal het goed vergaan, wie op de HEER vertrouwt is gelukkig. | Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden; ja, welzalig hij, die op de Here vertrouwt. |
Een vriendelijk woord is een korf vol honing, zoet voor de ziel en gezond voor het lichaam. | Vriendelijke woorden zijn als honigzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. |
Een vals karakter zaait voortdurend tweedracht, een lasteraar drijft vrienden uit elkaar. | Een valsaard veroorzaakt twist, een lasteraar brengt scheiding tussen vrienden. |
Beter een geduldig mens dan een vechtjas, beter zelfbeheersing dan een stad veroveren. | Een lankmoedig mens overtreft een held, wie zijn geest beheerst, hem die een stad inneemt. |
Kleinkinderen zijn voor grootouders de kroon op hun leven, kinderen zijn trots op hun voorouders. | De kroon der ouden zijn kindskinderen en de eer der kinderen zijn hun ouders. |
Verheven woorden passen niet bij een onverlaat, leugens des te minder bij een edel mens. | Een groot woord past niet aan een dwaas, hoeveel te minder leugentaal aan een edele. |
Wie fouten toedekt, streeft vriendschap na, wie ze telkens oprakelt, verliest zijn vrienden. | Wie een overtreding bedekt, jaagt liefde na; maar wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden. |
Een vriend is je altijd toegedaan, je broer is geboren om te helpen in tijden van nood. | Een vriend heeft te allen tijde lief, maar een broeder wordt voor de nood geboren. |
Een vrolijk hart bevordert een goede gezondheid, een sombere geest verzwakt het lichaam. | Een vrolijk hart bevordert de genezing, maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren. |
Een zwijgende dwaas houdt men voor wijs, zolang hij zijn mond houdt, lijkt hij verstandig. | Zelfs een dwaas die zwijgt, gaat door voor wijs; als hij zijn lippen gesloten houdt, voor verstandig. |
Een dwaas hecht geen belang aan inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening kwijt. | Een dwaas schept geen behagen in inzicht, maar hierin, dat zijn hart zich bloot geeft. |
De woorden van een dwaas zaaien tweedracht, wat hij zegt, leidt tot een vechtpartij. | De lippen van de dwaas brengen twist voort, en zijn mond roept om slagen. |
De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen die makkelijk in de maag verdwijnen. | De woorden van de lasteraar zijn als lekkernijen; zij glijden immers af naar de schuilhoeken van het hart. |
De naam van de HEER is een sterke toren, de rechtvaardige snelt erheen, en is veilig. | De naam des Heren is een sterke toren; de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar. |
Een rijkaard denkt dat zijn bezit een vesting is, achter een muur waant hij zich veilig. | Het bezit van de rijke is zijn sterke stad, en als een hoge muur – in zijn verbeelding. |
Wie zichzelf in de hoogte steekt, komt ten val, bescheidenheid gaat aan eerbetoon vooraf. | Vóór de val is het hart van de mens hoogmoedig, maar ootmoed gaat vooraf aan de eer. |
Wie geschenken uitdeelt, opent deuren voor zichzelf, hij verschaft zich toegang tot de machtigen. | Iemands geschenk maakt ruimte voor hem en brengt hem in de tegenwoordigheid der groten. |
Woorden hebben macht over leven en dood, wie zijn tong koestert, plukt daarvan de vruchten. | Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten. |
Wie een vrouw gevonden heeft, heeft geluk gevonden, hij ontvangt de gunst van de HEER. | Wie een vrouw vond, heeft iets goeds gevonden en gunst van de Here verworven. |
Wie veel vrienden heeft, raakt snel geruïneerd, een echte vriend is meer waard dan een broer. | Veel makkers strekken een mens tot ongeluk, maar soms is een vriend aanhankelijker dan een broeder. |
Wie zijn verstand gebruikt, heeft zijn leven lief, wie zich laat leiden door inzicht, is geluk op het spoor. | Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief; wie inzicht bewaart, vindt geluk. |
Huis en have erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van de HEER. | Huis en have is een erfdeel der vaderen, maar een verstandige vrouw is van de Here. |