Als je je aan de wet van God houdt, bewaar je je leven. Maar als je je er niets van aantrekt, zul je sterven. | Wie het gebod bewaart, bewaart zijn leven; maar wie niet let op zijn wandel, zal sterven. |
Mensen maken allerlei plannen. Maar wat de Heer van plan is, gebeurt. | Vele zijn de overleggingen in het hart des mensen, maar de raad des Heren, die zal bestaan. |
Een mens wil graag hulpvaardig zijn. Toch kun je beter toegeven dat je te arm bent om te helpen, dan dingen beloven die je niet waar kan maken. | Het aantrekkelijke van de mens is zijn welwillendheid; beter is een arme dan een leugenachtig man. |
Het eert een mens als hij ruzies vermijdt. Maar een dwaas doet met elke ruzie mee. | Het is een eer voor een man zich verre te houden van twist, maar elke dwaas barst los. |
Het is dom om te haastig iets aan God te beloven en je daarna pas af te vragen of je je belofte wel kan houden. | Het is een valstrik voor een mens ondoordacht „heilig” te roepen, en pas na gedane geloften te overwegen. |
Iedereen vindt van zichzelf dat hij het goed doet. Maar de Heer kijkt hoe je van binnen werkelijk bent. | Elke weg van een mens is recht in zijn ogen, maar de Here beproeft de harten. |
Van eerlijkheid en rechtvaardigheid geniet de Heer meer dan van offers. | Gerechtigheid en recht doen, is de Here welgevalliger dan offers. |
Als je probeert om liefdevol en eerlijk te leven, vind je leven, rechtvaardigheid en eer. | Wie gerechtigheid en liefde najaagt, vindt leven, gerechtigheid en eer. |
Sommige mensen willen altijd maar méér hebben. Maar goede mensen zijn gul en delen uit van wat ze hebben. | De begerigheid begeert de ganse dag, maar de rechtvaardige geeft en houdt niet terug. |
Als andere mensen je prijzen, is dat beter dan rijk zijn. Als andere mensen je waarderen, is dat beter dan zilver en goud. | Een goede naam is verkieslijker dan veel rijkdom, gunst is beter dan zilver en goud. |
Mensen die bescheiden zijn en diep ontzag voor de Heer hebben, krijgen als beloning rijkdom, eer en leven. | Het loon van ootmoed – vreze des Heren – is rijkdom, eer en leven. |
Leer je kinderen al vanaf jonge leeftijd hoe ze moeten leven. Wanneer ze volwassen zijn geworden, zullen ze op dezelfde weg verdergaan. | Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg, ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken. |
Een rijk mens heeft macht over arme mensen. Als je leent, kom je in de macht van de man van wie je geleend hebt. | De rijke heerst over de armen, en de man die leent, is een knecht van de uitlener. |
Waarom zou je heel hard werken om rijk te worden? Waarom erover piekeren hoe je rijk kan worden? | Tob u niet af voor rijkdom, zie van uw voornemen af. |
Want plotseling zal je rijkdom vleugels krijgen en wegvliegen, verdwijnen als een wegschietende arend. | Tob u niet af voor rijkdom, zie van uw voornemen af; richt gij uw oog erop, hij is er niet meer; want plotseling maakte hij zich vleugels, als een arend vliegt hij ten hemel. |
Mijn zoon, als je wijs en verstandig bent, zal ik daar blij over zijn. | Mijn zoon, indien uw hart wijs is, dan zal ook mijn hart zich verheugen. |
Ouders zijn blij met een goede zoon. Ze verheugen zich over zijn wijsheid. | De vader van een rechtvaardige verblijdt zich zeer, wie een wijze verwekte, verheugt zich over hem. |
Let op: wijsheid is net zo lekker voor je ziel, als honing voor je mond. Wijsheid wordt altijd beloond: je zal krijgen waar je naar verlangt. | Erken, dat de wijsheid zó is voor uw ziel. Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst en uw verwachting wordt niet afgesneden. |
Iemand die zich niet kan beheersen, is als een stad met kapotte muren. | Een stad met omvergehaalde muren, zo is iemand die zijn geest niet in bedwang heeft. |
Laat je vriend en de vriend van je vader niet in de steek. Maar ga niet naar je broer als je in moeilijkheden zit. Je hebt meer aan een vriend dichtbij, dan aan een broer ver weg. | Laat uw vriend en de vriend van uw vader niet in de steek, maar betreed het huis van uw broeder niet ten dage van uw ongeluk. Beter een buur dichtbij dan een broeder veraf. |
Een verstandig mens ziet moeilijkheden aankomen en zorgt dat hij in veiligheid komt. Maar slechte mensen gaan maar door en worden gestraft. | De schrandere ziet het onheil en bergt zich; de onverstandigen gaan hun gang en moeten boeten. |
Zoals ijzer met ijzer scherp wordt gemaakt, zo scherpt de ene mens de andere. | Zoals men ijzer met ijzer scherpt, zo scherpt de ene mens de ander. |
Kijk in de spiegel als je wil weten hoe je er uitziet. Kijk in je hart als je wil weten hoe je werkelijk bent. | Zoals het water het gelaat weerspiegelt, zo weerspiegelt het hart van de mens de mens. |
Als iemand niet wil luisteren naar de wet van God, wil de Heer niet luisteren naar zijn gebeden. Hij walgt ervan. | Wie zijn oor afwendt van het horen der wet, diens gebed zelfs is een gruwel. |
Als je nooit je fouten toegeeft, zal het niet goed met je gaan. Maar als je ze hardop toegeeft en ze niet meer doet, zul je vergeving krijgen. | Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. |