Wie goed luistert, zal het goed vergaan, wie op de HEER vertrouwt is gelukkig. | Wie op het woord acht geeft, zal het goede vinden; ja, welzalig hij, die op de Here vertrouwt. |
Angst voor mensen is een valstrik, wie op de HEER vertrouwt, weet zich veilig. | Vrees voor mensen spant een strik, maar wie op de Here vertrouwt, is onaantastbaar. |
De standvastige is veilig bij U, vrede is er voor wie op U vertrouwt. | Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt. |
Gezegend wie op de HEER vertrouwt, wiens toeverlaat de HEER is. Hij is als een boom geplant aan water, zijn wortels reiken tot in de rivier. Hij merkt de komst van de hitte niet op, zijn bladeren blijven altijd groen. Tijden van droogte deren hem niet, steeds weer draagt hij vrucht. | Gezegend is de man die op de Here vertrouwt, wiens betrouwen de Here is; hij toch zal zijn als een boom, aan het water geplant, die zijn wortels tot aan een beek uitslaat, en het niet merkt, als er hitte komt, maar welks loof groen blijft, die in een jaar van droogte geen zorg heeft en niet nalaat vrucht te dragen. |
Werkelijk, Ik verzeker jullie, wie op Mij vertrouwt zal hetzelfde doen als Ik, en zelfs meer dan dat, Ik ga immers naar de Vader. | Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader. |
U die uw hoop vestigt op de HEER: wees allen sterk en houd moed. | Weest sterk en uw hart zij onversaagd, gij allen, die op de Here hoopt. |
Proef en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij Hem schuilt. | Smaakt en ziet, dat de Here goed is; welzalig de man die bij Hem schuilt. |
Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ | Immers het schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. |
Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. | Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed. |
Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige. | De vreze des Heren is het begin der wijsheid en het kennen van de Hoogheilige is verstand. |
Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. | Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan. |
Erken Christus als Heer en eer Hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. | Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze. |
Laat liever het recht stromen als water, en de gerechtigheid als een altijd voortvloeiende beek. | Maar laat het recht als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek. |
Maar wie hoopt op de HEER krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput. | Maar wie de Here verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat. |
En toch wacht de HEER op het ogenblik dat Hij jullie genadig kan zijn; toch zal Hij zich oprichten om zich over jullie te ontfermen. Want de HEER is een God van recht. Gelukkig de mens die op Hem wacht. | Daarom verlangt de Here ernaar u genadig te zijn, en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen, want de Here is een God van recht; welzalig allen die op Hem wachten. |
Als u probeert rechtvaardig verklaard te worden door de wet na te leven, bent u van Christus losgemaakt en hebt u Gods genade verspeeld. | Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij. |
Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is. Ieder die dit vol vertrouwen van Hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is. | Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is. |