Gezegend wie op de HEER vertrouwt,
wiens toeverlaat de HEER is.
Hij is als een boom geplant aan water,
zijn wortels reiken tot in de rivier.
Hij merkt de komst van de hitte niet op,
zijn bladeren blijven altijd groen.
Tijden van droogte deren hem niet,
steeds weer draagt hij vrucht.
wiens toeverlaat de HEER is.
Hij is als een boom geplant aan water,
zijn wortels reiken tot in de rivier.
Hij merkt de komst van de hitte niet op,
zijn bladeren blijven altijd groen.
Tijden van droogte deren hem niet,
steeds weer draagt hij vrucht.
Maar als je op mij vertrouwt en bij mij hulp zoekt, zul je gelukkig zijn. Dan lijk je op een boom aan het water. De wortels van zo’n boom groeien tot in de rivier. Zo’n boom heeft geen last van de hete zomer, zijn bladeren blijven altijd groen. En hij geeft ieder jaar vruchten, ook in jaren van droogte.
Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt,
wiens vertrouwen de HEERE is.
Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is,
en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop.
Hij merkt het niet als er hitte komt,
zijn blad blijft groen.
Een jaar van droogte deert hem niet,
en hij houdt niet op vrucht te dragen.
wiens vertrouwen de HEERE is.
Hij zal zijn als een boom, die bij water geplant is,
en die zijn wortels laat uitlopen bij een waterloop.
Hij merkt het niet als er hitte komt,
zijn blad blijft groen.
Een jaar van droogte deert hem niet,
en hij houdt niet op vrucht te dragen.
Gezegend is de man die op de Here vertrouwt, wiens betrouwen de Here is; hij toch zal zijn als een boom, aan het water geplant, die zijn wortels tot aan een beek uitslaat, en het niet merkt, als er hitte komt, maar welks loof groen blijft, die in een jaar van droogte geen zorg heeft en niet nalaat vrucht te dragen.
Maar als iemand op Mij vertrouwt,
zal Ik goed voor hem zijn.
Met hem zal het goed gaan.
Hij lijkt op een boom die langs het water is geplant.
Zijn wortels groeien tot aan de beek.
Hij merkt de hitte niet eens.
Zijn bladeren blijven altijd fris en groen.
Als er een jaar geen regen valt,
maakt hij zich geen zorgen.
Er groeien altijd vruchten aan hem.
zal Ik goed voor hem zijn.
Met hem zal het goed gaan.
Hij lijkt op een boom die langs het water is geplant.
Zijn wortels groeien tot aan de beek.
Hij merkt de hitte niet eens.
Zijn bladeren blijven altijd fris en groen.
Als er een jaar geen regen valt,
maakt hij zich geen zorgen.
Er groeien altijd vruchten aan hem.