U zal medelijden met ons hebben en weer voor ons zorgen. U zal alles wat wij tegen U verkeerd hebben gedaan, wegdoen. U zal het in de diepste zee gooien.
Broeders en zusters, stel dat jullie merken dat iemand in de gemeente iets slechts heeft gedaan. Dan moeten jullie je door de Geest laten leiden en hem weer op het rechte pad brengen. Doe dat op een vriendelijke manier. Doe niet alsof je beter bent dan hij. Je moet eraan denken dat je zelf óók in de verleiding kan komen om ongehoorzaam aan God te zijn.
Het kan gebeuren dat je samen afspreekt om een poosje niet met elkaar naar bed te gaan. Bijvoorbeeld omdat je meer tijd wilt hebben om te bidden. Maar daarna ga je weer gewoon met elkaar naar bed. Anders krijgt de duivel de kans om je te verleiden tot verkeerde dingen, omdat je je niet kan beheersen.
Met dat verbond beloof Ik dat Ik nooit meer alles wat op aarde leeft door een grote overstroming zal doden. Nooit meer zal een overstroming de hele aarde vernietigen.
Ik zal het koninkrijk Juda sterk maken. Ik zal het koninkrijk Israël redden. Ik zal hen terugbrengen omdat Ik medelijden met hen heb. Ik zal weer voor hen zorgen. Het zal weer net als vroeger worden, alsof Ik hen nooit heb verlaten. Want Ik ben hun Heer God. Ik zal hen redden als ze Mij om hulp roepen.
Dit zegt de Heer: "Mijn volk, sta eens even stil op de weg die je gaat. Vraag eens naar de goede weg, de weg die je vroeger ging. Want als je die weg weer kiest, zal het weer goed met je gaan. Dan zul je weer vrede hebben. Maar jullie zeggen: 'Wij willen die weg niet.'"
Maar als mijn volk dan echt spijt heeft en stopt met de slechte dingen die het doet, als de mensen weer tot Mij gaan bidden en weer gaan leven zoals Ik het wil, dan zal Ik vanuit de hemel naar hun gebed luisteren en hun vergeven dat ze Mij ongehoorzaam zijn geweest. Dan zal Ik zorgen dat het weer goed gaat met hun land.