Bijbelteksten over 'Weer'
- Want, indien zij vallen, dan richt de een de ander weer op; maar wee de éne, die valt zonder dat een metgezel hem opricht!
- Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid.
- Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weder en ga tot de Vader.
- Zoals hij uit de schoot zijner moeder gekomen is, zo gaat hij weer heen, naakt zoals hij gekomen is, en hij verkrijgt niets door zijn zwoegen, dat hij aan deze zou kunnen nalaten.
- Een vermogen, uit niets verkregen, slinkt weg;
maar wie met eigen hand vergadert, wordt rijk. - Wat buigt gij u neder, o mijn ziel,
en wat zijt gij onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem nog loven,
mijn Verlosser en mijn God! - Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige,
maar uit die alle redt hem de Here. - Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
- En dan zult gij daar de Here, uw God, zoeken en Hem vinden, wanneer gij naar Hem vraagt met uw ganse hart en met uw ganse ziel.
- Dan zult gij Mij aanroepen en heengaan en tot Mij bidden, en Ik zal naar u horen.
- Ik dan richt mijn verbond met u op, dat voortaan niets dat leeft, meer door de wateren van de zondvloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen zondvloed meer wezen zal, om de aarde te verderven.
- Broeders, zelfs indien iemand op een overtreding betrapt wordt, helpt gij, die geestelijk zijt, hem terecht in een geest van zachtmoedigheid, ziende op uzelf; gij mocht ook eens in verzoeking komen.
- Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.
- Wie een overtreding bedekt, jaagt liefde na;
maar wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden. - Leid mij in uw waarheid en leer mij,
want Gij zijt de God mijns heils,
U verwacht ik de ganse dag. - Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.
- Hij zal Zich wederom over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertreden. Ja, Gij zult al onze zonden werpen in de diepten der zee.
- Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt.
- Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God;
wanneer zal ik komen
en voor Gods aangezicht verschijnen? - Here, God der heerscharen, herstel ons,
doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden. - Zo zal Ik het huis van Juda sterken en het huis van Jozef verlossen; ja, Ik zal hen terugbrengen, omdat Ik Mij over hen ontferm, en zij zullen worden, alsof Ik hen niet verworpen had. Want Ik ben de Here, hun God, en Ik zal hen verhoren.
- Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt.
- Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden.
- Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert Hij sterkte.
- Laten wij onze wegen doorzoeken en doorvorsen
en ons bekeren tot de Here. - Want vóór alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften, en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften.
- De goddeloze maakt winst die niet gedijt,
maar wie gerechtigheid zaait, heeft blijvend gewin. - Keer terug en zeg tot Hizkia, de vorst van mijn volk: zo zegt de Here, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord. Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal u gezond maken, op de derde dag zult gij opgaan naar het huis des Heren.
- Genees mij, Here, dan zal ik genezen zijn; help mij, dan zal ik geholpen zijn, want Gij zijt mijn lof.
- En Hij zeide tot hen: Zijt ook gij zo onbevattelijk? Begrijpt gij niet, dat al wat van buiten in de mens komt, hem niet onrein kan maken, omdat het niet in zijn hart komt, maar in de buik, en er te zijner plaatse uitgaat? En zo verklaarde Hij alle spijzen rein.
- Mijn mond is vervuld van uw lof,
de ganse dag van uw luister. - Hij geneest de verbrokenen van hart
en verbindt hun wonden. - En mijn volk waarover mijn naam is uitgeroepen, verootmoedigt zich en zij bidden en zoeken mijn aangezicht en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen.
- De Here maakt de blinden ziende,
de Here richt de gebogenen op,
de Here heeft de rechtvaardigen lief. - Gezegend is de man die op de Here vertrouwt, wiens betrouwen de Here is; hij toch zal zijn als een boom, aan het water geplant, die zijn wortels tot aan een beek uitslaat, en het niet merkt, als er hitte komt, maar welks loof groen blijft, die in een jaar van droogte geen zorg heeft en niet nalaat vrucht te dragen.
- Bij de veelheid van mijn gedachten in mijn binnenste
verkwikten uw vertroostingen mijn ziel. - Een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u een hart van vlees geven.
- Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergiffenis geschonken worden.
- Want een ogenblik duurt zijn toorn,
een leven lang zijn welbehagen;
des avonds vernacht het geween,
tegen de morgen is er gejuich. - Ook de goedertierenheid, o Here, is uwe,
want Gij zult ieder vergelden naar zijn werk. - Zo zegt de Here: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan.
- Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel geen voet.
- Wijk van het kwade en doe het goede,
zoek de vrede en jaag die na. - En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont.
- Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten.
- Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit. Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet.
- Wacht op de Here, wees sterk,
uw hart zij onversaagd; ja wacht op de Here. - De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid.
- God zegent ons,
opdat alle einden der aarde Hem vrezen. - Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem.
Gerelateerde onderwerpen
Zonde
Of weet gij niet...
Ziel
En dan zult gij...
Bidden
Verblijdt u te allen...
Leven
De HERE zal u...
Vriendschap
Een vriend heeft te...
Hebzucht
Wie geld liefheeft, wordt...
Bijbeltekst van de dag
Hij zeide tot hen: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.Willekeurige Bijbeltekst
Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg,ook wanneer hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.Volgende tekst!Met afbeelding