Bijbelteksten over 'Welzalig'

«»

• Welzalig is eenieder die de HEERE vreest,
  die in Zijn wegen gaat.
  Psalm 128:1gehoorzaamheidontzagvolgen
• Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven,
  van wie de zonde bedekt is.
  Psalm 32:1zondevergevingzegen
• Welzalig zijn de oprechten van wandel,
  die in de wet van de HEERE gaan.
  Psalm 119:1wetrechtvaardigheidleven
• Welzalig is de mens die wijsheid vindt,
  de mens die inzicht verkrijgt.
  Spreuken 3:13wijsheidverstandbegrijpen
• Proef en zie dat de HEERE goed is;
  welzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt.
  Psalm 34:9Godzegenrust
• Welzalig wie Zijn getuigenissen in acht nemen,
  die Hem met heel hun hart zoeken.
  Psalm 119:2zegenzoekenhart
• Halleluja!
  Welzalig de man die de HEERE vreest,
  die grote vreugde vindt in Zijn geboden.
  Psalm 112:1wetliefdeontzag
• Welzalig het volk dat de HEERE tot zijn God heeft,
  het volk dat Hij Zich als eigendom verkozen heeft.
  Psalm 33:12Godbeloningzegen
• Zie, welzalig is de sterveling die door God gestraft wordt;
  verwerp daarom de bestraffing van de Almachtige niet.
  Job 5:17straflijdenzegen
• Wie verstandig omgaat met het woord, zal het goede vinden,
  en wie op de HEERE vertrouwt: welzalig is hij.
  Spreuken 16:20vertrouwenzegenluisteren
• Welzalig de man
  die niet wandelt in de raad van de goddelozen,
  die niet staat op de weg van de zondaars,
  die niet zit op de zetel van de spotters.
  Psalm 1:1zonderechtvaardigheidzegen
• En daarom wacht de HEERE, opdat Hij u genadig zal zijn;
  en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen.
  Voorzeker, de HEERE is een God van recht.
  Welzalig zijn allen die Hem verwachten.
  Jesaja 30:18genaderechtvaardigheidgeduld