Zeker, mijn ziel is stil voor God; van Hem is mijn heil. | Bij God ben ik veilig. Hij zal mij redden. |
Zeker, mijn ziel, zwijg voor God, want van Hem is mijn verwachting. | Maar bij God ben ik veilig. Want ik vertrouw er op dat Hij me zal redden. |
Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen. | Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. |
Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet al te zeer wankelen. | Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. |
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan. | De hemel en de aarde zullen ophouden te bestaan. Maar mijn woorden zullen altijd blijven. |
Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. | Ik bedoel dit: laat je leiden door de Geest en niet door je 'ik.' |
HEERE, U bent mijn God, ik zal U roemen, Uw Naam loof ik. Want U hebt wonderen gedaan. Uw raadsbesluiten zijn van oudsher vast en zeker. | Jesaja zegt: Heer, U bent mijn God. Ik zal U eren en prijzen. Want U heeft wonderen gedaan. U doet wat U lang geleden al heeft besloten. |
Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van al zijn zonden die hij gedaan heeft, al Mijn verordeningen in acht neemt en recht en gerechtigheid doet, zal hij zeker in leven blijven, hij zal niet sterven. | Maar stel dat een slecht mens spijt heeft van alle slechte dingen die hij heeft gedaan. Stel dat hij zich voortaan aan mijn wetten en leefregels houdt en leeft zoals Ik het wil – dan zal hij blijven leven. Hij zal niet sterven. |
Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn. | Wij zijn uit Hem geboren, doordat we geloofd hebben in de waarheid van zijn woord. Dat was ook Gods plan voor ons. Zo zijn wij, van alles wat Hij heeft gemaakt, de eersten die bij Hem mogen horen. |
Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. | En ik weet zeker dat de heerlijke dingen die God ons geeft, alles goedmaken wat we nu moeten lijden. |
De HEERE is geduldig, maar groot van kracht en Hij houdt de schuldige zeker niet voor onschuldig. De weg van de HEERE is in wervelwind en in storm, wolken zijn het stof van Zijn voeten. | De Heer is heel geduldig, maar ook heel machtig. Hij laat geen kwaad ongestraft. Waar Hij gaat, stormt een orkaan. De wolken zijn het stof rond zijn voeten. |
Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden, ik was vergaan. | Wat had ik moeten doen als ik niet zeker had geweten dat de Heer goed is en mij zal redden? |
U mag geen enkele weduwe of wees onderdrukken. Als u hen maar enigszins onderdrukt en zij maar enigszins tot Mij om hulp roepen, zal Ik hun roep zeker verhoren. Mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard doden en uw vrouwen zullen weduwen en uw kinderen wezen worden. | Jullie mogen weeskinderen en weduwen niet slecht behandelen. Als jullie dat toch doen, dan zal Ik, de Heer, naar hen luisteren als zij Mij om hulp roepen. Ik zal woedend zijn en Ik zal ervoor zorgen dat jullie in de oorlog gedood worden. Dan worden júllie vrouwen weduwen en worden júllie kinderen weeskinderen. |
Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen. | God die jullie roept, is trouw: Hij zal dat zeker doen. |
U mag in uw hart uw broeder niet haten. U moet uw naaste zeker terechtwijzen, zodat u geen zonde op hem laadt. U mag geen wraak nemen of een wrok koesteren tegen uw volksgenoten, maar u moet uw naaste liefhebben als uzelf. Ik ben de HEERE. | Jullie mogen elkaar niet haten. Als iemand verkeerd doet, moeten jullie hem openlijk bestraffen en ervoor zorgen dat het weer goed komt. Jullie mogen hem niet zijn gang laten gaan. Jullie mogen niet zelf wraak nemen en niemand van je volk haten. Maar jullie moeten van de andere mensen net zo veel houden als van jezelf. Ik ben de Heer. |
Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. | Maar Jezus zei: "Wat heerlijk is het als mensen Gods woorden horen en ze ook doen!" |
Want toen wij nog krachteloos waren, is Christus op de bestemde tijd voor goddelozen gestorven. | Want op de tijd die God had bepaald, is Christus voor ons gestorven. Op dat moment waren we nog hulpeloos en trokken we ons nog niets van God aan. |
Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? | God heeft zelfs zijn eigen Zoon aan ons gegeven. Dan zal Hij ons toch zeker ook al het andere geven dat we nodig hebben? |
Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. | God is in jullie een goed werk begonnen. En ik weet zeker dat Hij dat werk ook zal afmaken. Hij zal met jullie bezig blijven, totdat Jezus Christus terugkomt. |
Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. | Nee dat is niet zo. Maar Ik zeg jullie dat het met jullie óók slecht zal aflopen, als jullie niet gaan leven zoals God het wil. |
Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op. | Alles mag, maar niet alles is nuttig. Alles mag, maar niet alles is goed voor een ander. |
Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? | Dus ook al zijn jullie slecht, toch kunnen jullie goede dingen aan jullie kinderen geven. Dan zal jullie hemelse Vader toch zéker de Heilige Geest geven als mensen Hem daarom bidden? |
Daarom bent U groot, Heere God, want er is niemand zoals U, en er is geen God dan U alleen, zoals blijkt uit alles wat wij met onze eigen oren gehoord hebben. | U bent geweldig, Heer! Uit alles wat we zelf hebben gehoord weten we zeker: niemand is als U. Er is geen andere God dan U. |
Al wie belijdt dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem, en hij in God. | Als iemand hardop erkent dat Jezus de Zoon van God is, mag hij er zeker van zijn dat God in hem woont en dat hij in God is. |
Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God. | Jullie geloven in de Zoon van God. Daarom schrijf ik jullie dit, zodat jullie zeker zullen weten dat jullie het eeuwige leven hebben. |