Bijbelteksten over 'Zelfbeheersing'
Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen). | Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen. |
Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zodanige mensen is de wet niet. | Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. |
Een stad met omvergehaalde muren, zo is iemand die zijn geest niet in bedwang heeft. | Iemand zonder zelfbeheersing is als een stad waarvan de muur is geslecht. |
Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing. | Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden. |
Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid. | God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. |
Een lankmoedig mens overtreft een held, wie zijn geest beheerst, hem die een stad inneemt. | Beter een geduldig mens dan een vechtjas, beter zelfbeheersing dan een stad veroveren. |
Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden. | Ik hard mezelf en oefen me in zelfbeheersing, want ik wil niet aan anderen de spelregels opleggen om uiteindelijk zelf te worden gediskwalificeerd. |
Weet (dit) wel, mijn geliefde broeders: ieder mens moet snel zijn om te horen, langzaam om te spreken, langzaam tot toorn. | Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. |
Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten. | Woorden hebben macht over leven en dood, wie zijn tong koestert, plukt daarvan de vruchten. |
Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt. | U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: Hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan. |
Laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn. | Dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn. |
Een dwaas maakt zijn ergernis aanstonds bekend, maar een schrandere bedekt de smaad. | Een dwaas toont onmiddellijk zijn woede, wie verstandig is, zwijgt als hij beledigd wordt. |
De dwaas laat zijn ganse toorn de vrije loop, maar de wijze houdt die in en doet hem bedaren. | Een dwaas geeft uiting aan al zijn gevoelens, een wijze houdt ze in toom. |
Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen, om ons op te voeden, zodat wij, de goddeloosheid en wereldse begeerten verzakende, bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven. | Gods genade is openbaar geworden om alle mensen te redden. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven. |
En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. | U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar u veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is. |
En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. | Iedereen die aan een wedstrijd deelneemt beheerst zich in alles; atleten doen het voor een vergankelijke erekrans, wij echter voor een onvergankelijke. |
Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. | Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. |
En Hij zeide: Hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein. | Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’ |
Wijk noch ter rechter-, noch ter linkerhand af, houd uw voet verwijderd van het kwade. | Wijk niet af naar rechts, wijk niet af naar links, wijk alleen uit voor het kwaad. |
Let op uzelf, dat gij niet verliest wat wij verricht hebben, maar uw loon ten volle ontvangt. | Let op uzelf en verspeel niet wat we bereikt hebben, maar zorg ervoor dat u het volle loon ontvangt. |
Ik had met mijn ogen een verbond gesloten, hoe zou ik dan een maagd hebben aangezien? | Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen: nooit zal ik naar jonge vrouwen kijken. |
Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven, niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten. | Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de heidenen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. |
Bijbeltekst van de dag
Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen.Willekeurige Bijbeltekst
Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis,ik vrees geen kwaad,
want Gij zijt bij mij;
uw stok en uw staf, die vertroosten mij.Volgende tekst!Met afbeelding