Wie zich bekommert om een vriend in nood
toont zijn eerbied voor de Ontzagwekkende.
toont zijn eerbied voor de Ontzagwekkende.
Iemand die zijn vriend in de steek laat,
heeft ook geen eerbied voor de machtige God.
heeft ook geen eerbied voor de machtige God.
Wie wanhopig is, mag van zijn vriend goedertierenheid verwachten;
of hij zou de vreze van de Almachtige verlaten.
of hij zou de vreze van de Almachtige verlaten.
Wie zijn vriend medelijden onthoudt,
die verzaakt de vreze des Almachtigen.
die verzaakt de vreze des Almachtigen.
Een mens die geen medelijden toont met een vriend in nood,
heeft geen ontzag voor de Almachtige God.
heeft geen ontzag voor de Almachtige God.