Mijn zoon, heb aandacht voor mijn woorden,
geef aan mijn uitspraken gehoor.
Houd ze steeds voor ogen,
bewaar ze in het diepste van je hart.
geef aan mijn uitspraken gehoor.
Houd ze steeds voor ogen,
bewaar ze in het diepste van je hart.
Luister goed! Luister aandachtig naar mijn woorden. Denk er altijd aan, bewaar ze in je hart. En doe wat ik je zeg.
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden,
neig je oor tot wat ik zeg.
Laat ze niet wijken van je ogen,
bewaar ze in het binnenste van je hart.
neig je oor tot wat ik zeg.
Laat ze niet wijken van je ogen,
bewaar ze in het binnenste van je hart.
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden,
neig uw oor tot mijn uitspraken;
laat ze niet wijken uit uw ogen,
bewaar ze diep in uw hart.
neig uw oor tot mijn uitspraken;
laat ze niet wijken uit uw ogen,
bewaar ze diep in uw hart.
Mijn zoon, luister naar mijn woorden.
Houd je oren open voor wat ik zeg.
Vergeet mijn woorden nooit meer,
maar bewaar ze diep in je hart.
Houd je oren open voor wat ik zeg.
Vergeet mijn woorden nooit meer,
maar bewaar ze diep in je hart.