Zoek de HEER nu Hij zich laat vinden, roep Hem terwijl Hij nabij is. | Zoekt de Here, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. |
Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven. | De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de Here, dan zal Hij Zich over hem ontfermen – en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. |
Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER. | Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren. |
Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. | Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten. |
Zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar Mij terug, niet zonder eerst te doen wat Ik wil en te volbrengen wat Ik gebied. | Alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend. |