Laat je niet overwinnen door het kwaad, maar overwin het kwaad door goed te doen. | Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. |
Tegen elk kwaad zal de Heer je beschermen. Hij bewaart je leven. De Heer zal je beschermen waar je ook bent, waar je ook gaat, nu en voor altijd. | De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. |
Doe de hele wapenrusting van God aan. Dan kan de duivel jullie met zijn sluwe streken geen kwaad doen. | Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels. |
Want we strijden niet tegen mensen, maar tegen de onzichtbare leiders, machten en heersers van deze donkere wereld. Dus tegen de duivelse geesten in de geestelijke wereld. | Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. |
Ik wil jullie waarschuwen, broeders en zusters, dat jullie goed moeten oppassen voor mensen die ruzie maken en verdeeldheid veroorzaken. Ze houden zich niet aan de dingen die ik jullie heb geleerd. Blijf bij hen uit de buurt. | Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen. |
Wat uít je mond komt, maakt je onrein. Want dat komt van binnenuit, uit je hart. Daar vandaan komen de slechte gedachten, verkeerde dingen op het gebied van seks, moord, diefstal, ontrouw aan je man of vrouw, hebzucht, slechtheid, bedrog, gebrek aan zelfbeheersing, roddel, kwaadsprekerij, trots, onverstandigheid. Al die slechte dingen komen van binnenuit naar buiten en maken je onrein. | En Hij zeide: Hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein. |
Diep ontzag voor de Heer hebben, betekent: ver weg blijven van het kwaad, van trots en van misdaad. Ik haat ook alle leugens. | De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat ik. |
Jullie zijn wel slecht voor mij geweest, maar God heeft dat gebruikt voor iets goeds. Want Hij had daar een plan mee. Hij wilde zo een groot volk redden van de dood. | Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, ten einde te doen, zoals heden het geval is: een groot volk in het leven te behouden. |
Als iemand je kwaad doet, doe dan niet iets kwaads terug. Doe liever allemaal je best om altijd het goede te doen. Niet alleen voor elkaar, maar voor alle mensen. | Ziet toe, dat niemand kwaad met kwaad vergelde, maar jaagt te allen tijde het goede na, jegens elkander en jegens allen. |
Als je boos op iemand wordt, houd je boosheid dan niet vast, want dat is verkeerd. Zorg ervoor dat je vóór het eind van de dag je boosheid weer kwijt bent. Zo geef je de duivel geen kans. | Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel geen voet. |
Ga bij alle dingen na of het klopt en bewaar dat wat goed was. Doe niets wat ook maar een béétje verkeerd is. | Maar toetst alles en behoudt het goede. Onthoudt u van alle soort van kwaad. |
Verbeeld je niet dat je heel erg wijs bent. Heb diep ontzag voor de Heer en blijf ver bij het kwaad vandaan. Dat zal goed zijn voor je ziel en je lichaam. Het zal goed met je gaan. | Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad; het zal medicijn wezen voor uw vlees, en lafenis voor uw gebeente. |
Jullie liefde moet écht zijn. Heb dus een hekel aan het kwaad en doe je best om te doen wat goed is. | De liefde zij ongeveinsd. Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede. |
Als je van de Heer houdt, haat dan het kwaad. Hij beschermt zijn vrienden. Hij redt hen van de mensen die zich niets van Hem aantrekken. | Gij, die de Here liefhebt, haat het kwade; Hij, die de zielen van zijn gunstgenoten bewaart, redt hen uit der goddelozen hand. |
Blijf bij het kwaad vandaan en doe het goede. Doe je best om altijd de vrede te bewaren. | Wijk van het kwade en doe het goede, zoek de vrede en jaag die na. |
Ik vraag U niet dat U hen uit de wereld weghaalt. Maar Ik vraag U dat U hen goed zal beschermen tegen de duivel. | Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze. |
Haat veroorzaakt ruzies, maar liefde vergeeft alles. | Haat verwekt krakelen, maar liefde bedekt alle overtredingen. |
De Heer zal me altijd beschermen tegen elke aanval van de duivel. Hij zal me veilig in zijn hemelse Koninkrijk brengen. Voor Hem is alle eer, voor eeuwig! Amen! Zo is het! | De Here zal mij beveiligen tegen alle boos opzet en behouden in zijn hemels Koninkrijk brengen. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. |
Dit zei de Heer in die tijd: 'Spreek eerlijk recht. Wees goed en vriendelijk voor elkaar. Wees niet slecht voor de weduwen en weeskinderen, voor de buitenlanders en de arme mensen. Denk geen kwaad van elkaar.' | Zo zegt de Here der heerscharen: spreekt eerlijk recht en bewijst elkander liefde en barmhartigheid; verdrukt weduwe noch wees, bijwoner noch arme, en beraamt niet in uw hart elkanders onheil? |
Zorg ervoor dat ik altijd het goede doe. Laat het kwaad geen macht over me krijgen. | Bevestig mijn schreden naar uw toezegging, laat generlei onrecht over mij heersen. |
Ga je wassen, zorg dat je schoon wordt! Zorg dat Ik geen slechte dingen meer zie! Stop met de slechte dingen die jullie doen! | Wast u, reinigt u, doet uw boze daden uit mijn ogen weg; houdt op kwaad te doen. |
En stel ons niet op de proef, maar red ons van het kwaad. Want van U is het Koninkrijk en alle kracht en alle macht en alle hemelse majesteit, tot in eeuwigheid. Amen. Zo is het! | En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen. |
Het Licht schijnt in het donker en het donker heeft het niet uitgedoofd. | En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. |
Maar Hij vernietigt de mensen die slechte dingen doen. Na hun dood worden ze door iedereen vergeten. | Het aangezicht des Heren is tegen hen die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien. |
Doe dus niets meer wat ook maar een béétje verkeerd of slecht is. Luister liever goed naar het woord van God dat in jullie hart is gezaaid en wortels heeft gekregen. Want door het woord van God worden jullie gered. | Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden. |