Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn. | For we brought nothing into the world, and we can take nothing out of it. But if we have food and clothing, we will be content with that. |
Wie van geld houdt, kan er niet genoeg van krijgen. Wie verzot op rijkdom is, is altijd op meer gewin belust. Ook dat is enkel leegte. | Whoever loves money never has enough; whoever loves wealth is never satisfied with their income. This too is meaningless. |
Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. | Do not store up for yourselves treasures on earth, where moths and vermin destroy, and where thieves break in and steal. But store up for yourselves treasures in heaven, where moths and vermin do not destroy, and where thieves do not break in and steal. |
Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven? | What good is it for someone to gain the whole world, yet forfeit their soul? |
Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’ | Then he said to them, “Watch out! Be on your guard against all kinds of greed; life does not consist in an abundance of possessions.” |
Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal Ik u afvallen, nooit zal Ik u verlaten.’ | Keep your lives free from the love of money and be content with what you have, because God has said, “Never will I leave you; never will I forsake you.” |
Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig. | So we fix our eyes not on what is seen, but on what is unseen, since what is seen is temporary, but what is unseen is eternal. |
Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan allerlei dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. | Those who want to get rich fall into temptation and a trap and into many foolish and harmful desires that plunge people into ruin and destruction. |
Beter een schamel bezit en ontzag voor de HEER dan grote rijkdom en veel onrust. | Better a little with the fear of the Lord than great wealth with turmoil. |
Naakt is zo iemand uit de moederschoot gekomen, even naakt keert hij terug. Niets van wat hij heeft verworven en in handen dacht te hebben, neemt hij mee. | Everyone comes naked from their mother’s womb, and as everyone comes, so they depart. They take nothing from their toil that they can carry in their hands. |
Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. | For where your treasure is, there your heart will be also. |
Hoeveel beter is het wijsheid te verwerven dan goud, hoezeer is inzicht te verkiezen boven zilver. | How much better to get wisdom than gold, to get insight rather than silver! |
Jezus antwoordde hem: ‘Als u volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat u bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg Mij.’ | Jesus answered, “If you want to be perfect, go, sell your possessions and give to the poor, and you will have treasure in heaven. Then come, follow me.” |
Ook wil ik dat de vrouwen zich waardig, sober en ingetogen kleden. Ze moeten niet opvallen door een opzichtige haardracht, dure kleding, goud of parels, maar door goede daden, zoals gepast is voor vrouwen die zeggen dat ze God vereren. | I also want the women to dress modestly, with decency and propriety, adorning themselves, not with elaborate hairstyles or gold or pearls or expensive clothes, but with good deeds, appropriate for women who profess to worship God. |
Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers als rijkdom te stellen, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. | Command those who are rich in this present world not to be arrogant nor to put their hope in wealth, which is so uncertain, but to put their hope in God, who richly provides us with everything for our enjoyment. |
Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij. | Put to death, therefore, whatever belongs to your earthly nature: sexual immorality, impurity, lust, evil desires and greed, which is idolatry. |
Houd me ver van leugen en bedrog. Maak me niet arm, maar ook niet rijk, voed me slechts met wat ik nodig heb. | Keep falsehood and lies far from me; give me neither poverty nor riches, but give me only my daily bread. |
Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven? Wat kan hij geven in ruil voor zijn leven? | What good will it be for someone to gain the whole world, yet forfeit their soul? Or what can anyone give in exchange for their soul? |
Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. | But godliness with contentment is great gain. |
Een goede naam is te verkiezen boven grote rijkdom, waardering boven zilver en goud. | A good name is more desirable than great riches; to be esteemed is better than silver or gold. |
Velen willen almaar meer bezit, maar de rechtvaardige geeft met gulle hand. | All day long he craves for more, but the righteous give without sparing. |
Rijkdom helpt je niet op de dag van Gods toorn, rechtvaardigheid redt van de dood. | Wealth is worthless in the day of wrath, but righteousness delivers from death. |
Want in een oogwenk is je geld verdwenen: het krijgt vleugels en vliegt weg als een arend. | Cast but a glance at riches, and they are gone, for they will surely sprout wings and fly off to the sky like an eagle. |
Allen die tot geloof gekomen waren, leefden eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk. | All the believers were one in heart and mind. No one claimed that any of their possessions was their own, but they shared everything they had. |
Een rijkaard denkt dat zijn bezit een vesting is, achter een muur waant hij zich veilig. | The wealth of the rich is their fortified city; they imagine it a wall too high to scale. |