Hij zei tegen hen: Maar u, wie zegt u dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. | Maar Jezus zei tegen hen: "Maar Wie ben Ik volgens júllie?" Simon Petrus antwoordde: "U bent de Messias, de Zoon van de levende God." |
Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. | Want er is een Kind geboren: we hebben een Koningszoon gekregen. Hij zal als Koning heersen. Hij wordt Wijze Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredekoning genoemd. |
Namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere. | Vandaag is in de stad waar vroeger koning David geboren is, de Messias geboren. Hij is de Redder, de Heer. |
Weest ook u daarom bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen. | Daarom moeten jullie ook goed opletten. Want de Mensenzoon zal onverwachts komen. |
En zij hielden niet op iedere dag in de tempel en bij de huizen onderwijs te geven en Jezus Christus te verkondigen. | En ze bleven elke dag in de tempel en bij de mensen thuis over Jezus Christus vertellen. |
Maar door de hulp die ik van God gekregen heb, sta ik tot op deze dag als een getuige tegenover klein en groot, en zeg ik niets anders dan wat de Profeten en Mozes gezegd hebben dat er gebeuren zou, namelijk dat de Christus moest lijden en dat Hij, als Eerste uit de opstanding van de doden, een licht zou aankondigen aan dit volk en de heidenen. | Maar God heeft mij altijd geholpen. En dat doet Hij nog steeds. Zo sta ik hier dus en vertel u niets anders dan wat de profeten en Mozes ook al hebben gezegd. Zij zeiden dat de Messias zou lijden. En dat Hij de eerste zou zijn die uit de dood zou opstaan. Ook dat Hij aan het Joodse volk en aan de andere volken het licht van het goede nieuws zou brengen. |
Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang. | Het is heerlijk voor de mensen als ze opstaan in de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priesters van God en van Christus zijn. En ze zullen samen met Hem 1000 jaar lang als koningen heersen. |