De Heer is met u, zolang u Hem wil dienen. Maar als u Hem verlaat, zal Hij u ook verlaten. | De Here is met u, zolang gij met Hem zijt; indien gij Hem zoekt, zal Hij Zich door u laten vinden; maar indien gij Hem verlaat, zal Hij u verlaten. |
Ga naar de Heer en vraag Hem om zijn kracht. Verlang er altijd naar om dicht bij Hem te zijn. | Vraagt naar de Here en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig. |
Als de mensen die leven zoals de Heer het wil tot Hem om hulp roepen, dan luistert de Heer. Hij redt hen uit al hun moeilijkheden. Hij is dicht bij mensen die wanhopig zijn. Hij redt de mensen die alle hoop hebben opgegeven. | Roepen zij, dan hoort de Here, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden. De Here is nabij de gebrokenen van hart en Hij verlost de verslagenen van geest. |
Ik bid dat de Heer van vrede jullie aldoor en altijd zijn vrede zal geven, wát er ook gebeurt. Ook dat Hij met jullie allemaal zal zijn. | En Hij, de Here des vredes, geve u de vrede, voortdurend, in elk opzicht. De Here zij met u allen. |
Laat alle mensen zien dat jullie vriendelijk zijn. De Heer is dicht bij jullie. | Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij. |
Ik vraag maar één ding van de Heer. Dit is wat ik het liefste wil: ik wil alle dagen van mijn leven dicht bij de Heer zijn, om ervan te genieten hoe prachtig en hoe vriendelijk Hij is en om Hem te leren kennen. | Eén ding heb ik van de Here gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. |
U wijst me de weg naar het leven. Het is heerlijk om dicht bij U te zijn. U bent voor altijd een goede God! | Gij maakt mij het pad des levens bekend; overvloed van vreugde is bij uw aangezicht, liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig. |
Zo waren jullie vroeger ver weg van God. Maar nu zijn jullie in Jezus Christus dicht bij God gekomen, door het bloed van Christus. | Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus. |
We weten dat we één met Hem zijn en dat Hij één met ons is, doordat Hij ons van zijn Geest heeft gegeven. | Hieraan onderkennen wij, dat wij in Hem blijven en Hij in ons, dat Hij ons van zijn Geest gegeven heeft. |
Jesaja zegt: Zoek de Heer terwijl Hij Zich laat vinden. Roep Hem om hulp, terwijl Hij dichtbij is. | Zoekt de Here, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. |
Ga naar de Heer en vraag Hem om zijn kracht. Verlang er altijd naar om dicht bij Hem te zijn. | Vraagt naar de Here en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig. |
Ik zal jullie niet als weeskinderen achterlaten. Ik kom naar jullie toe. | Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u. |
Uw goedheid en liefde zijn mijn leven lang bij mij. Ik mag mijn hele leven dicht bij U zijn. | Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen. |
Tenslotte, broeders en zusters: wees blij! Zorg dat alles waarover ik geschreven heb in orde komt. Laat je bemoedigen in jullie geloof. Wees één met elkaar en maak geen ruzie. Dan zal de God van liefde en vrede bij jullie zijn. | Overigens, broeders, weest blijde, laat u terecht brengen, laat u vermanen, weest eensgezind, houdt vrede, en de God der liefde en des vredes zal met u zijn. |
Ik ben liever één dag op het plein voor uw tempel dan duizend dagen ergens anders. Ik sta liever bij de drempel van uw heiligdom, dan dat ik woon bij mensen die zich niets van U aantrekken. | Want één dag in uw voorhoven is beter dan duizend (elders); ik wil liever staan aan de drempel van het huis mijns Gods dan verblijven in de tenten der goddeloosheid. |
Ik bid dat onze Heer God met ons zal zijn, zoals Hij met onze voorouders is geweest, en dat Hij ons niet in de steek zal laten. | De Here, onze God, zij met ons, zoals Hij met onze vaderen geweest is; Hij verlate en verwerpe ons niet. |
Maar omdat U van hen hield heeft U hen niet helemaal vernietigd. U heeft hen niet voorgoed verlaten. Want U bent een goede en liefdevolle God. | Maar in uw grote barmhartigheid hebt Gij niet voorgoed met hen afgerekend en hen niet verlaten, want Gij zijt een genadig en barmhartig God. |
Niemand heeft ooit God gezien. Maar zijn Enige Zoon, die helemaal één met Hem is, heeft ons laten zien wie God is. | Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen. |
Genees er de zieken en zeg: 'Het Koninkrijk van God is bij jullie gekomen.' | En geneest de zieken, die er zijn, en zegt tot hen: Het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen. |
En Mozes was daar 40 dagen en 40 nachten bij de Heer. Brood at hij niet en water dronk hij niet. En hij schreef op de platte stenen de regels van het verbond, de Tien Leefregels. | En hij was daar bij de Here veertig dagen en veertig nachten, brood at hij niet en water dronk hij niet, en Hij schreef op de tafelen de woorden van het verbond, de Tien Woorden. |
Als jullie van mijn lichaam eten en van mijn bloed drinken, zijn jullie één met Mij en ben Ik één met jullie. | Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. |
Jullie moeten gaan leven zoals God het wil. Want het Koninkrijk van God zal nu heel gauw komen! | Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. |
Ik heb dorst naar U, de levende God. Wanneer zal ik weer bij U komen? Wanneer zal ik weer vóór U mogen staan? | Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God; wanneer zal ik komen en voor Gods aangezicht verschijnen? |