Gelukkig zijn mensen die altijd het goede doen, die leven volgens de wet van de Heer. | Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. |
Gelukkig zijn mensen die altijd denken aan de woorden van de Heer, die hem zoeken met heel hun hart. | Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harte zoeken. |
Ik leer van u wat goed en eerlijk is. Daarom dank ik u met heel mijn hart. | Ik zal U loven in oprechtheid des harten, wanneer ik uw rechtvaardige verordeningen leer. |
Hoe kan iemand vanaf zijn jeugd goed leven? Door te doen wat u gezegd hebt, Heer. | Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar uw woord. |
Met heel mijn hart zoek ik u. Help mij om te doen wat u wilt. | Ik zoek U met mijn ganse hart, laat mij niet van uw geboden afdwalen. |
Elke dag denk ik aan uw woorden, dan doe ik geen verkeerde dingen. | Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. |
Ik wil graag leven zoals u dat wilt. Dat heb ik liever dan grote rijkdom. | In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom. |
Ik wil u altijd trouw zijn, altijd uw regels volgen. | Ik verkies de weg der waarheid, Ik stel uw verordeningen voor mij. |
Ik wil niet zoeken naar rijkdom, maar bezig zijn met uw wetten. | Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag. |
Als ik blijf denken aan uw woorden, zal mijn leven niet moeilijk zijn. | Dan zal ik wandelen op ruime baan, want ik zoek uw bevelen. |
Ik twijfel niet, ik zal leven volgens uw regels. | Ik haast mij en aarzel niet om uw geboden te onderhouden. |
Nooit zal ik de regels vergeten die u mij gegeven hebt. Want die houden mij in leven. | Nimmer zal ik uw bevelen vergeten, want door deze hebt Gij mij levend gemaakt. |
Uw woorden zijn voor mij als een lamp in het donker, als een licht in mijn leven. | Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. |
Ik heb alleen maar uw woorden, en daar ben ik heel blij mee. Dat is mijn enige bezit, voor altijd. | Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen, want zij zijn de blijdschap mijns harten. |
Bij u ben ik veilig, u beschermt me. Ik hoop dat u doet wat u beloofd hebt. | Gij zijt mijn schuilplaats en mijn schild, ik hoop op uw woord. |
Uw woorden brengen licht in het donker. Zo weten mensen hoe ze moeten leven. | Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht. |
Heer, zeg mij wat ik moet doen, dan hoef ik niet te twijfelen. Bescherm mij tegen het kwaad. | Bevestig mijn schreden naar uw toezegging, laat generlei onrecht over mij heersen. |
Alles wat u zegt, is waar. Al uw beslissingen zijn goed en eerlijk. | Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig. |
Mensen die uw wet liefhebben, vinden vrede en geluk. Het gaat altijd goed met hen. | Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok. |