Vergeet mij niet, draag mijn liefde als een ketting op je borst, als een armband om je arm. De liefde is zo sterk als de dood, niemand houdt de liefde tegen. De liefde lijkt op een vuur, een vuur dat hevig brandt.
Ze kregen het land niet op eigen kracht, niet door hun wapens en hun leger. U hebt hun het land gegeven, u hebt hen geholpen met uw macht. U hebt hen beschermd, omdat u van hen hield.
Stel dat een rijke gelovige ziet dat een andere gelovige arm is. Maar hij heeft geen medelijden met die ander, en helpt hem niet. Dan blijft Gods liefde niet in hem.
Ik weet hoe het is om arm te zijn, en ik weet hoe het is om rijk te zijn. Ik heb alle situaties meegemaakt: Soms had ik veel te eten, en soms had ik honger. Soms was ik rijk, en soms had ik helemaal niets.
Wij horen bij Christus, en Christus houdt van ons. Niets kan dat veranderen. Ook al moeten we lijden, ook al worden we vervolgd of bedreigd. Ook al hebben we honger, ook al zijn we arm, ook al is ons leven in gevaar.
Christenen die arm en onbelangrijk zijn, mogen er trots op zijn dat God hen uitgekozen heeft. En rijke christenen mogen er trots op zijn dat ze op aarde totaal onbelangrijk zijn. Het gaat met hen net als met de bloemen in het gras.
Dat zegt de Heer, die groot is en machtig. De Heer die voor eeuwig regeert, en die heilig is. Hij zegt: ‘Ik zal wonen op een hoge en heilige plaats, samen met mensen die arm zijn en onderdrukt worden. Ik zal ze moed geven, zodat ze gelukkig worden.’
Want jullie mogen nooit vergeten dat ik jullie bevrijd heb. Ik heb ervoor gezorgd dat jullie nooit meer als slaven hoeven te werken. Ik heb mijn macht laten zien en ik heb jullie bevrijd uit de slavernij in Egypte. Daarom wil ik dat jullie je aan de sabbat houden.
Vrienden, blijf van elkaar houden. En vergeet niet om mensen met open armen te ontvangen. Want sommige mensen hebben, zonder het te weten, engelen op bezoek gehad.
Toen nam Jezus de leerlingen mee de stad uit, tot bij het dorp Betanië. Hij stak zijn armen uit en zegende hen. En terwijl hij dat deed, ging hij weg. God haalde hem naar de hemel.
Want ik hielp arme en machteloze mensen, ik beschermde kinderen zonder vader. Aan weduwen gaf ik steun, mensen met wie het slecht ging, waren mij dankbaar.
Als je geen liefde hebt voor anderen, dan is alles wat je doet, zinloos. Zelfs al verkoop je je bezit, en geef je het geld aan de armen. Zelfs al sterf je in het vuur, omdat je je leven geeft voor de goede zaak.
De Heer is heel sterk. Hij is geduldig, hij straft niet snel. Maar als mensen schuldig zijn, worden ze gestraft. Overal waar de Heer komt, begint het te stormen. Waar hij loopt, ontstaan wolken.
De Heer zal jullie gelukkig maken en jullie beschermen. De Heer zal bij jullie zijn en voor jullie zorgen. De Heer zal aan jullie denken en jullie vrede geven.