Bijbelteksten over 'Dorst'
- Wie dorst had, gaf Hij te drinken,
wie honger had, volop te eten. - Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God,
wanneer mag ik nader komen
en voor God verschijnen? - Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en Hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken!’
- ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij Mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.’
- Maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.
- God, u bent mijn God, u zoek ik,
naar u smacht mijn ziel,
naar u hunkert mijn lichaam
in een dor en dorstig land, zonder water. - Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden. - Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen. Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.
- Ik strek mijn handen naar U uit,
dorstig als droge aarde. sela - Wie dorstig zijn, zal Ik verkwikken; wie uitgeput zijn, geef Ik kracht.
- Een gulle gever zal gedijen,
wie te drinken geeft, zal te drinken krijgen.
Bijbeltekst van de dag
Hij alleen is mijn rots en mijn redding,mijn burcht, ik zal niet wankelen.