Bijbelteksten over 'Duivel'
Maar iedereen die zondigt, hoort bij de duivel. Want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. En de Zoon van God is naar de wereld gekomen om het werk van de duivel te vernietigen. | En wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel zondigt al vanaf het begin. De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen. |
Wees dus gehoorzaam aan God. Blijf dicht bij God. Dan zal God dicht bij jullie blijven. En verzet je tegen de duivel. Dan zal de duivel jullie met rust laten. | Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten. |
Gebruik Gods wapens, en verdedig je daarmee tegen de slechte bedoelingen van de duivel. | Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. |
De duivel is jullie vijand. Hij zoekt altijd iemand die hij kan vernietigen. Hij is op jacht, als een brullende leeuw. Wees dus verstandig en let goed op. | Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. |
Als je boos bent, ga dan geen verkeerde dingen doen. Maar zorg ervoor dat je boosheid snel weer verdwijnt, dan kan de duivel geen invloed op je krijgen. | Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, geef de duivel geen kans. |
Dat komt doordat de duivel jullie vader is. En jullie doen graag slechte dingen, net als hij. De duivel wilde vanaf het begin de mensen doden. Hij is niet te vertrouwen, want er is geen waarheid in hem. Hij kan niet anders dan liegen. En hij zorgt er ook voor dat mensen liegen. | Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. |
Zo moet het zijn: Zeg ja als het ja is, en zeg nee als het nee is. Al dat andere is bedacht door de duivel. | Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad. |
De heilige Geest was in Jezus gekomen. Hij liet Jezus naar de woestijn gaan, weg van de Jordaan. In de woestijn probeerde de duivel om Jezus te laten zondigen. Veertig dagen lang at Jezus niets. Toen de veertig dagen voorbij waren, had hij erge honger. | Vervuld van de heilige Geest trok Jezus weg van de Jordaan. Hij werd door de Geest naar de woestijn geleid, waar Hij veertig dagen bleef en door de duivel op de proef gesteld werd. Al die tijd at Hij niets, en toen de veertig dagen verstreken waren, had Hij grote honger. |
Pak daarom de wapens die God jullie geeft. Dan kunnen jullie je verdedigen tegen de duivel op de dag dat hij aanvalt. En dan zullen jullie zijn aanval laten mislukken. | Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, en goed voorbereid stand te kunnen houden. |
‘Goed,’ zei de Heer, ‘doe wat je wilt met alles wat Job bezit. Maar hemzelf moet je met rust laten.’ Toen ging Satan weg. | Toen zei de HEER tegen hem: ‘Luister, met alles wat van hem is mag je doen wat je wilt, maar raak Job zelf niet aan.’ Hierop vertrok de satan. |
Jullie moeten klaarstaan voor de strijd, net als soldaten. Maar dit is de manier waarop jullie moeten vechten: Spreek altijd de waarheid, en doe altijd het goede. Breng aan iedereen het goede nieuws van de vrede. En houd altijd vast aan het geloof. Want je geloof beschermt je als een schild tegen de brandende pijlen die de duivel op je afschiet. | Houd stand met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, en draag daarbij het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. |
De Heer is trouw. Hij zal jullie kracht geven en beschermen tegen de macht van het kwaad. | Maar de Heer is trouw, Hij zal u kracht geven en u tegen het kwaad beschermen. |
Vader, ik vraag u niet om mijn leerlingen uit deze wereld weg te halen. Ik vraag u om hen te beschermen tegen de macht van het kwaad. | Ik vraag niet of U hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of U hen wilt beschermen tegen hem die het kwaad zelf is. |
Het moment dat God jullie de macht geeft om Satan te vernietigen, komt snel. Zo zal God jullie vrede geven. Ik wens jullie toe dat onze Heer Jezus goed voor jullie is. | De God van de vrede zal Satan nu spoedig te gronde richten en aan uw voeten leggen. De genade van onze Heer Jezus zij met u. |
En de Heer zal me blijven beschermen tegen alle slechte daden van mensen. Hij zal me veilig naar de hemel brengen, waar hij koning is. Alle eer aan hem voor altijd en eeuwig! Amen. | De Heer zal me van alle kwaad redden en me veilig naar zijn hemels koninkrijk brengen. Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen. |
Mensen die rijk willen worden, laten zich verleiden om slechte dingen te doen. Met hun dwaze en verkeerde verlangens brengen ze zichzelf in gevaar. Het loopt verkeerd met hen af, ze verliezen uiteindelijk hun leven. | Wie rijk wil worden, staat bloot aan verleiding, raakt in een valstrik en valt ten prooi aan allerlei dwaze en schadelijke begeerten die een mens in het verderf storten en ten onder doen gaan. |
Mensen die getrouwd zijn, moeten dus gewoon met elkaar naar bed gaan. Een man en een vrouw mogen wel afspreken om een tijdje niet met elkaar te slapen, zodat ze meer tijd hebben om te bidden. Let op: ik zeg dat dat mag, niet dat het moet. Ook moeten ze het er allebei mee eens zijn. En bovendien moeten ze daarna weer gewoon met elkaar naar bed gaan. Anders gaan ze verlangen naar verboden seks, en dan lukt het Satan misschien om hen te laten zondigen. | Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden. |
Stel dat je gelooft dat onze God de enige God is. Dat is natuurlijk goed, maar dat is niet genoeg. Want dat geloven de kwade geesten ook! Daarom zijn ze zo vreselijk bang voor God. | U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen. |
Maar Petrus zei: ‘Ananias, je hebt geluisterd naar Satan en je hebt de heilige Geest bedrogen. Want je deed alsof je de hele opbrengst gaf. Waarom heb je dat gedaan? Je had je land gewoon voor jezelf kunnen houden. Of je had het geld voor jezelf kunnen gebruiken. Maar nu ben je oneerlijk geweest, en niet tegen de mensen, maar tegen God!’ | Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door Satan laten misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen door een deel van de opbrengst van het stuk grond achter te houden? Je had het immers niet hoeven te verkopen, en nu je het wel verkocht hebt, had je met de opbrengst toch kunnen doen wat je wilde? Wat heeft je bezield om je zo te gedragen? Niet de mensen heb je bedrogen, maar God zelf.’ |
Maar jullie moeten niet blij zijn omdat de geesten jullie gehoorzamen. Nee, jullie moeten blij zijn omdat het eeuwige leven voor jullie bestemd is. | Verheug je er echter niet over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel opgetekend is. |
Maak zieke mensen beter en maak dode mensen weer levend. Maak mensen met een huidziekte beter en jaag kwade geesten weg. Jullie krijgen die macht van God. Help daarmee andere mensen en vraag er niets voor terug. | Genees zieken en wek doden op, reinig mensen die door een huidziekte onrein zijn, en drijf demonen uit. Om niet hebben jullie ontvangen, om niet moeten jullie geven! |
Want we vechten niet tegen mensen, maar tegen machten en krachten die over de wereld willen heersen. We vechten tegen de leiders van de duisternis, tegen de hoogste kwade machten. | Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. |
Dit weet ik zeker: door de dood en opstanding van Jezus Christus, onze Heer, liet God zien hoeveel hij van ons houdt. En niets kan dat veranderen: geen engel, geen geest, geen machthebber, geen mens of macht op aarde of in de hemel. Want wat er ook gebeurt, vandaag of in de toekomst, of we nu leven of sterven: God houdt van ons! | Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons bewezen heeft in Christus Jezus, onze Heer. |
Op een sabbat gaf Jezus in de synagoge uitleg over God. Daar was ook een vrouw die een kwade geest in zich had. Die geest maakte haar al achttien jaar ziek. De vrouw was helemaal krom, ze kon niet meer rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep hij haar bij zich en zei: ‘Je bent bevrijd van je ziekte.’ Toen legde hij zijn handen op de vrouw, en meteen kon ze weer rechtop staan. En de vrouw dankte God. Maar de leider van de synagoge was kwaad, omdat Jezus de vrouw beter gemaakt had op sabbat. De leider zei tegen de mensen: ‘Er zijn zes dagen waarop we moeten werken. Op die dagen mag je komen om te worden genezen. Maar niet op sabbat.’ Maar de Heer antwoordde: ‘Wat zijn jullie schijnheilig! Als je koe of je ezel wil drinken, dan geven jullie hem te drinken. Ook al is het sabbat. Maar jullie willen niet dat deze vrouw op sabbat geholpen wordt. Terwijl ze bij het volk van Abraham hoort, en al achttien jaar in de macht van Satan was.’ Toen Jezus dat zei, schaamden zijn tegenstanders zich. En alle andere mensen waren blij met de geweldige dingen die hij deed. | Hij gaf op sabbat onderricht in een synagoge. Er was daar ook een vrouw die al achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en Hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God. Maar de leider van de synagoge werd boos omdat Jezus op sabbat genas en zei tegen de menigte: ‘Er zijn zes dagen om te werken. Kom dus op die dagen om u te laten genezen en niet als het sabbat is!’ Maar de Heer zei: ‘Huichelaars! Maakt niet ieder van jullie op sabbat zijn os of ezel los van de voederbak om hem te laten drinken? Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham en al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, dan niet op sabbat uit deze boeien worden losgemaakt?’ Toen Hij dat zei, stonden al zijn tegenstanders beschaamd, maar de hele menigte was verheugd over de machtige daden die door Hem werden verricht. |
Bijbeltekst van de dag
Nu vraag ik de Heer, onze God: Help ons, zoals u ook onze voorouders geholpen hebt. Blijf bij ons, laat ons niet alleen.Willekeurige Bijbeltekst
Heer, u bent mijn God!Ik zal voor u zingen,
ik zal vertellen hoe machtig u bent.
Want u hebt wonderen gedaan.
Alles wat u ooit besloten hebt,
dat hebt u ook gedaan.
Op u kunnen wij vertrouwen.Volgende tekst!Met afbeelding