Één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping. | Één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping. |
Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad. | Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. |
Beter een geduldig mens dan een vechtjas, beter zelfbeheersing dan een stad veroveren. | Een lankmoedig mens overtreft een held, wie zijn geest beheerst, hem die een stad inneemt. |
Wie een lamp aansteekt, zet hem niet onder een vat of onder een bed, maar plaatst hem op een standaard, zodat iedereen die binnenkomt het licht ziet. | Niemand steekt een lamp aan en bedekt die met een vat of zet haar onder een bed, maar hij zet haar op een standaard, opdat wie binnentreden het licht mogen zien. |
Het strekt een mens tot eer om ruzie te vermijden, een dwaas stort zich in een woordenstrijd. | Het is een eer voor een man zich verre te houden van twist, maar elke dwaas barst los. |
Een vrolijk hart bevordert een goede gezondheid, een sombere geest verzwakt het lichaam. | Een vrolijk hart bevordert de genezing, maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren. |
Maar bemiddeling is niet nodig wanneer er maar één is die handelt, en God is één. | Een middelaar is niet (de vertegenwoordiger) van één; God echter is één. |
Een rijkaard denkt dat zijn bezit een vesting is, achter een muur waant hij zich veilig. | Het bezit van de rijke is zijn sterke stad, en als een hoge muur – in zijn verbeelding. |
Verheven woorden passen niet bij een onverlaat, leugens des te minder bij een edel mens. | Een groot woord past niet aan een dwaas, hoeveel te minder leugentaal aan een edele. |
Jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. | Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. |
Wie heimelijk haat is een huichelaar, wie openlijk lastert een dwaas. | Wie haat verbergt, is een leugenlip; wie laster verbreidt, is een dwaas. |
Wie veel vrienden heeft, raakt snel geruïneerd, een echte vriend is meer waard dan een broer. | Veel makkers strekken een mens tot ongeluk, maar soms is een vriend aanhankelijker dan een broeder. |
Rechtvaardigheid verheft een volk, zonde maakt het te schande. | Gerechtigheid verhoogt een volk, maar zonde is een schandvlek der natiën. |
Kalme woorden zijn een levensboom, een valse tong vernietigt de geest. | Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest. |
En is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Daaruit volgt dat we op sabbat goed mogen doen. | Hoeveel gaat niet een mens een schaap te boven? Derhalve is het geoorloofd op de sabbat wèl te doen. |
Een wijze zoon geeft zijn vader veel vreugde, een dwaze zoon bezorgt zijn moeder verdriet. | Een wijs zoon verheugt zijn vader, maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder. |
Moge de HEER een burcht zijn voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. | Daarom is de Here een burcht voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. |
Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. | Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd. |
Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. | Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. |
Een betrouwbare getuige spreekt de waarheid, een valse getuige strooit alleen maar leugens rond. | Een betrouwbaar getuige liegt niet, maar wie leugens uitblaast, is een vals getuige. |
Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. | Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. |
God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. | God is ons een toevlucht en sterkte, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden. |
Huis en have erf je van je voorouders, maar een vrouw met inzicht krijg je van de HEER. | Huis en have is een erfdeel der vaderen, maar een verstandige vrouw is van de Here. |
Zo zal het blijven totdat van boven een geest over ons wordt uitgegoten. Dan zal de woestijn een boomgaard worden, een boomgaard die is als een woud. | Totdat over ons uitgestort wordt de Geest uit den hoge. Dan wordt de woestijn een gaarde en de gaarde gelijkt een woud. |
Een vriend is je altijd toegedaan, je broer is geboren om te helpen in tijden van nood. | Een vriend heeft te allen tijde lief, maar een broeder wordt voor de nood geboren. |