Bijbelteksten over 'Schapen'

«»

• Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen.
  Johannes 10:11Jezuslevenkruisiging
• De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden, bevestige u in alle goed, om zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in zijn ogen welbehagelijk is door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
  Hebreeën 13:20-21vredeverbondopstanding
• Al zou de vijgeboom niet bloeien,
  en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn,
  de vrucht van de olijfboom teleurstellen;
  al zouden de akkers geen spijs opleveren,
  de schapen uit de kooi verdreven zijn
  en er geen runderen in de stallingen zijn,
  nochtans zal ik juichen in de Here,
  jubelen in de God van mijn heil.
  Habakuk 3:17-18vreugdereddingaanbidding
• De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets;
  Hij doet mij nederliggen in grazige weiden;
  Hij voert mij aan rustige wateren.
  Psalm 23:1-2zegenrustafhankelijkheid
• Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven.
  Matteüs 7:15wederkomstprofetiekleding
• En de herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien, gelijk het hun gezegd was.
  Lucas 2:20aanbiddingkerstlof
• De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
  Johannes 10:10reddingleven
• Zij zullen niet meer hongeren en niet meer dorsten, ook zal de zon niet op hen vallen, noch enige hitte, want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en hen voeren naar waterbronnen des levens; en God zal alle tranen van hun ogen afwissen.
  Openbaring 7:16-17bemoedigingbeschermingverdriet
• Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.
  Jesaja 53:5zondeJezusgenezing
• Dan zult gij gerechtigheid en recht verstaan,
  ook rechtschapenheid, elke goede weg.
  Spreuken 2:9rechtvaardigheidgoedheideerlijkheid
• De rechtschapenheid der oprechten leidt hen,
  maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve.
  Spreuken 11:3betrouwbaarheideerlijkheid
• Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.
  Efeziërs 2:10scheppingJezusvolgen