Bijbelteksten over 'Schuldig'
Stel dat iemand per ongeluk iets verkeerds doet, iets dat de Heer verboden heeft. Dan is die persoon schuldig. Ook al doet hij het per ongeluk, hij is toch schuldig. | Wie zonder het te weten zondigt tegen een van de geboden van de HEER en schuld op zich laadt door iets te doen dat niet toegestaan is, is strafbaar. |
Zorg ervoor dat je niemand iets schuldig bent. Voor jullie geldt alleen deze regel: houd van elkaar. Want als je houdt van de ander, heb je precies gedaan waar het in de wet om gaat. | Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. |
De Heer is heel sterk. Hij is geduldig, hij straft niet snel. Maar als mensen schuldig zijn, worden ze gestraft. Overal waar de Heer komt, begint het te stormen. Waar hij loopt, ontstaan wolken. | De HEER is geduldig en zeer sterk, Hij laat nooit iets ongestraft. De HEER gaat zijn weg door storm en wervelwind, wolken zijn het stof van zijn voeten. |
Als iemand weet dat hij iets verkeerds gedaan heeft, moet hij dat in het openbaar zeggen. Hij moet zijn fout toegeven. | De betreffende persoon moet, zodra hij zich van zijn schuld bewust wordt, openlijk uitspreken wat hij misdaan heeft. |
Vrienden, als we ons niet langer schuldig voelen, kunnen we vol vertrouwen bij God komen. Dan krijgen we van hem alles wat we vragen, omdat we ons houden aan zijn regels en doen wat hij graag wil. | Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden en ontvangen we van Hem wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat Hij wil. |
En vergeef ons wat we fout gedaan hebben, want wij hebben ook andere mensen hun fouten vergeven. | Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is. |
Spreek mijn naam niet zomaar uit, zonder nadenken. Als iemand dat toch doet, zal ik hem straffen. | Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan. |
Vroeger waren we vijanden van God. Wijzelf konden dat niet veranderen, maar Christus wel: hij is voor ons gestorven. | Toen wij nog hulpeloos waren is Christus immers voor ons, die op dat moment nog schuldig waren, gestorven. |
Maar de Heer redt mensen die hem dienen. Zij hoeven niet bang te zijn, want de Heer beschermt hen. | De HEER redt het leven van zijn dienaren, nooit zal boeten wie schuilt bij Hem. |
Mensen die geloven in de Zoon, krijgen het eeuwige leven. Maar mensen die niet in hem willen geloven, krijgen dat eeuwige leven niet. Nee, zij worden voor altijd door God gestraft. | Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten. |
Dankzij hem wil God onze zonden vergeven. En niet alleen onze eigen zonden, maar die van de hele wereld. | Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld. |
Door de zonde van één mens strafte God alle mensen. Doordat Adam ongehoorzaam was aan God, kreeg de zonde macht over iedereen. Maar doordat één mens het goede deed, ziet God ons allemaal als goede mensen. Doordat Jezus Christus gehoorzaam was aan God, zal God aan ons allemaal het eeuwige leven geven. | Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens alle mensen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen rechtvaardigen worden. |
Als je luistert naar kritiek, zul je een gelukkig leven hebben, maar als je daar niet naar luistert, loopt het verkeerd met je af. | Wie zich laat terechtwijzen, is op weg naar een gelukkig leven, wie zich niet berispen laat, bevindt zich op een dwaalspoor. |
Geen enkel wapen zal jou raken. En iedereen die jou aanklaagt, zal zelf gestraft worden. Jeruzalem, jij bent de stad van mijn dienaren. De stad waar ze goed en eerlijk met elkaar zullen leven. Jij bent de stad die ik hun beloofd heb. | Maar elk wapen dat tegen jou wordt gesmeed zal machteloos zijn, en ieder die jou in een geding belastert zal zelf veroordeeld worden. Dit is het deel dat de dienaren van de HEER toekomt, dit is het recht dat Ik hun toeken – spreekt de HEER. |
Wees dus niet bang, ook niet voor de beschuldigingen van ongelovigen. Als je lijdt omdat je Gods wil doet, ben je juist gelukkig. | Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen. |
God, geef mij weer een onschuldig hart. Maak mij van binnen nieuw, zorg dat ik trouw blijf aan u. | Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig. |
Pas op voor valse profeten. Ze lijken goed, maar ze zijn slecht. Ze lijken zo onschuldig als schapen, maar ze zijn zo gevaarlijk als wolven. | Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar in wezen roofzuchtige wolven zijn. |
Vroeger was jullie leven zinloos. Want net als jullie voorouders vereerden jullie goden die niet bestaan. God heeft jullie daarvan bevrijd. Hij betaalde daar een hoge prijs voor, die meer waard was dan zilver of goud. Want hij liet zijn onschuldige Zoon sterven aan het kruis. Christus stierf voor jullie, net als een lam dat geofferd wordt. | U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geërfd, maar met het kostbare bloed van Christus, als dat van een lam zonder smet of gebrek. |
Want het komt alleen goed als jullie je leven echt veranderen. Behandel iedereen eerlijk. Zwakke mensen mag je niet onderdrukken. Wees goed voor vreemdelingen, voor weduwen en voor kinderen zonder vader. Vermoord geen onschuldige mensen. En vereer geen andere goden, want dan loopt het slecht met jullie af. Verander je leven! Dan zal ik jullie voor altijd laten wonen in dit land, dat ik aan jullie voorouders gegeven heb. | Als jullie je leven werkelijk beteren, als jullie elkaar rechtvaardig behandelen, vreemdelingen, wezen en weduwen niet onderdrukken, in dit land geen onschuldig bloed vergieten en niet achter andere goden aan lopen, jullie onheil tegemoet, dan mogen jullie hier blijven wonen, in het land dat Ik jullie voorouders gegeven heb, voor altijd en eeuwig. |
Bijbeltekst van de dag
Alleen bij hem ben ik veilig.Hij redt mij altijd,
hij beschermt me.
Er zal mij geen kwaad overkomen.