Bijbelteksten over 'Toorn'
- Rijkdom helpt je niet op de dag van Gods toorn,
rechtvaardigheid redt van de dood. - Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.
- Zoek de HEER, jullie in het land die nederig zijn en naar zijn wetten leven, zoek rechtvaardigheid, zoek nederigheid: misschien vinden jullie een schuilplaats op de dag van de toorn van de HEER.
- Kom terug, ontrouw Israël – spreekt de HEER –,
dan zal Ik mijn woede laten varen,
want Ik ben trouw en liefdevol,
niet eeuwig duurt mijn toorn
– spreekt de HEER. - Een vriendelijk antwoord doet drift bedaren,
krenkende woorden wakkeren woede aan. - Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden.
- Zijn woede duurt een oogwenk,
zijn liefde een leven lang.
Met tranen slapen we ’s avonds in,
’s morgens staan we juichend op. - Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, geef de duivel geen kans.
- Toornig ziet de HEER wie kwaad doen aan,
Hij wist hun namen op aarde uit. - Een dwaas toont onmiddellijk zijn woede,
wie verstandig is, zwijgt als hij beledigd wordt. - Een dwaas geeft uiting aan al zijn gevoelens,
een wijze houdt ze in toom. - Wie is een God als U,
die schuld vergeeft
en aan zonde voorbijgaat?
U blijft niet woedend
op wie er van uw volk nog over zijn;
liever toont U hun uw trouw. - Vaders, maak uw kinderen niet verbitterd, maar vorm en vermaan hen, zodat u ze opvoedt zoals de Heer dat wil.
- Weduwen en wezen mag je evenmin uitbuiten. Doe je dat toch en smeken zij Mij om hulp, dan zal Ik zeker naar hen luisteren: Ik zal in woede ontsteken en ieder van jullie doden, en dan zullen jullie eigen vrouwen weduwe worden en jullie kinderen wees.
- De praktijken waartoe de aardse begeerte aanzet zijn bekend: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God.