Wees waakzaam, volhard in het geloof, wees moedig en sterk. | Blijft waakzaam, staat in het geloof, weest manlijk, weest sterk! |
Wacht op de HEER, wees dapper en vastberaden, ja, wacht op de HEER. | Wacht op de Here, wees sterk, uw hart zij onversaagd; ja wacht op de Here. |
Mijn kind, wees sterk door de genade in Christus Jezus. | Gij dan, mijn kind, wees krachtig in de genade van Christus Jezus. |
Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot nederigheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. | Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs. |
Maar Jezus hoorde het en zei: ‘Wees niet bang, maar geloof, dan zal ze worden gered.’ | Maar Jezus hoorde het en antwoordde hem: Wees niet bevreesd, geloof alleen, en zij zal behouden worden. |
Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. | Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is. |
Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie in zijn goedheid het koninkrijk geschonken. | Wees niet bevreesd, gij klein kuddeke! Want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven. |
Tot slot, wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. | Ten slotte, weest allen eensgezind, medelijdend, hebt de broeders lief, weest barmhartig en ootmoedig. |
Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. | Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed. |
Blijf kalm en wacht op de HEER, erger je niet aan wie slaagt in het leven, aan wie met listen te werk gaat. | Wees stil voor de Here en verbeid Hem; wees niet afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt, op de man die boze plannen smeedt. |
Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij. | Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Sidder niet en word niet verschrikt, want de Here, uw God, is met u, overal waar gij gaat. |
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. | Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. |
Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. | Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! |
Kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. | Kinderkens, wacht u voor de afgoden. |
U die uw hoop vestigt op de HEER: wees allen sterk en houd moed. | Weest sterk en uw hart zij onversaagd, gij allen, die op de Here hoopt. |
Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi. | Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. |
Doe recht aan weerlozen en wezen, kom op voor verdrukten en zwakken. | Richt de geringe en de wees, doet recht de ellendige en de behoeftige. |
Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Spreek eerlijk recht, wees goed en zorgzaam voor elkaar; onderdruk geen weduwen en wezen en ook geen vreemdelingen en armen, en wees er niet op uit om een ander kwaad te doen. | Zo zegt de Here der heerscharen: spreekt eerlijk recht en bewijst elkander liefde en barmhartigheid; verdrukt weduwe noch wees, bijwoner noch arme, en beraamt niet in uw hart elkanders onheil? |
Wees vastberaden en standvastig. Wees niet bang en laat u niet afschrikken, want het is de HEER, uw God, die met u meegaat. Hij zal niet van uw zijde wijken en u niet verlaten. | Weest sterk en moedig, vreest niet en siddert niet voor hen, want de Here, uw God, zelf gaat met u; Hij zal u niet begeven en u niet verlaten. |
Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en kom tot inkeer. | Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u. |
Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. | Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is. |
Wees niet eigenzinnig, maar heb ontzag voor de HEER en ga het kwaad uit de weg. Het zal je sterken als een medicijn, het verkwikt je lichaam. | Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad; het zal medicijn wezen voor uw vlees, en lafenis voor uw gebeente. |
Wees altijd nederig, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. | Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen. |
Het einde van alles is nabij. Kom daarom tot bezinning en wees helder van geest, zodat u kunt bidden. | Het einde aller dingen is nabijgekomen. Komt dus tot bezinning en wordt nuchter, opdat gij kunt bidden. |
Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid. | Niemand schatte u gering om uw jeugdige leeftijd, maar wees een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid. |