Zoek de HEER nu Hij zich laat vinden, roep Hem terwijl Hij nabij is. | Volk van Israël! Zoek de Heer, want nu kun je hem nog vinden. Roep de Heer, hij is niet ver weg. |
Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven. | Slechte mensen moeten stoppen met hun verkeerde leven, oneerlijke mensen moeten niet langer slechte plannen maken. Ze moeten terugkomen bij de Heer, onze God. Hij zal hun alles vergeven, en hij zal weer voor hen zorgen. |
Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER. | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, mijn plannen zijn anders dan jullie plannen. Wat jullie willen doen, is niet hetzelfde als wat ik wil doen.’ |
Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. | Het verschil tussen mijn plannen en jullie plannen is net zo groot als het verschil tussen hemel en aarde. |
Zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar Mij terug, niet zonder eerst te doen wat Ik wil en te volbrengen wat Ik gebied. | Zo gaat het ook met de woorden die uit mijn mond komen. Ze komen pas weer bij mij terug als ze hun doel bereikt hebben. Mijn woorden komen pas terug als ze ook daden geworden zijn. |