Ik zal jullie een nieuw hart geven. Ik zal een nieuwe geest in jullie leggen. Jullie eigen hart, dat zo hard en zo koud is als steen, zal Ik uit jullie weghalen. En dan zal Ik jullie een warm, zacht hart geven.
Zelfs als de vijgenbomen niet zullen bloeien, en er geen één druif in de wijngaarden te vinden zal zijn, en we geen enkele olijf van de olijfbomen zullen kunnen oogsten, en er niets meer op de akkers zal groeien, en alle schapen uit de stallen zullen worden geroofd, en alle koeien verdwenen zullen zijn, zelfs dan zal ik tóch nog juichen over de Heer, blij jubelen over de God die voor mij zorgt.