De Heer zal je steeds beschermen, het kwaad zal je niet raken. De Heer beschermt je, overal, waar je ook gaat, je leven lang. | De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. |
Zorg er dus voor dat je goed leeft. Leef niet zoals dwaze mensen doen, maar gedraag je verstandig. Gebruik de dagen die God je nog geeft, goed. Want we leven in een slechte tijd. | Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. |
Als je in het water kijkt, zie je je gezicht. Als je in iemands hart kijkt, zie je zijn karakter. | Zoals het water het gelaat weerspiegelt, zo weerspiegelt het hart van de mens de mens. |
Bij ons leven op aarde gaat het om geloof. Want we kunnen de Heer nog niet zien. | Want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen. |
Doe alles wat je doet, zo goed mogelijk. Doe alsof je voor Christus werkt, en niet voor mensen. Want Christus is je echte meester. Als jullie je zo gedragen, dan zullen jullie als beloning door hem gered worden. Dat is zeker! | Wat gij ook doet, verricht uw werk van harte, als voor de Here en niet voor mensen; gij weet toch, dat gij van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. Gij dient Christus als heer. |
Als je eerlijk en trouw bent, zul je leven. En andere mensen zullen goed voor jou zijn. | Wie gerechtigheid en liefde najaagt, vindt leven, gerechtigheid en eer. |
Jezus zei verder: ‘Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt. Wat heb je daaraan als je je leven verliest?’ | Want wat baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te lijden? |
Ook als ik geen kracht meer heb, als ik heel zwak ben, dan bent u er, God. Altijd ben ik veilig bij u, u bent alles wat ik nodig heb. | Al zou mijn vlees en mijn hart bezwijken, mijns harten rots en mijn erfdeel is God voor eeuwig. |
Want in de heilige boeken staat: «Houd je van het leven en wil je gelukkig zijn? Vertel dan geen leugens over anderen. Zeg geen dingen die niet waar zijn. Doe geen kwaad, maar wees goed. Probeer om met anderen in vrede te leven, elke dag weer.» | Want: wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, weerhoude zijn tong van het kwade, en zijn lippen van bedrog te spreken; hij wijke af van het kwade en doe het goede, hij zoeke de vrede en jage die na. |
Er is voor alles in het leven een geschikte tijd. | Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd. |
U bent sterk en machtig, u beschermt mensen tegen gevaar. Ga met mij mee en leid mij. | Want Gij zijt mijn steenrots en mijn vesting, en om uws naams wil zult Gij mij voeren en leiden. |
Denk altijd goed na voordat je iets zegt. Dat is het belangrijkste in je leven. | Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens. |
Heer, laat mij zien hoe ik moet leven, wijs mij de goede weg. | Here, maak mij uw wegen bekend, leer mij uw paden. |
Doe niet zoals de mensen die zonder God leven, maar leef als nieuwe mensen. Want God geeft jullie de wijsheid om zijn wil te kennen. Daardoor weten jullie wat goed en volmaakt is, en waar God blij mee is. | En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. |
Jezus zei: ‘Ik ben het brood dat eeuwig leven geeft. Als je bij mij komt, zul je nooit meer honger hebben. Als je in mij gelooft, zul je nooit meer dorst hebben.’ | Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. |
Wees geduldig en wacht, wacht af wat de Heer doet. Als het goed gaat met slechte mensen, word dan niet kwaad. | Wees stil voor de Here en verbeid Hem; wees niet afgunstig op wie zijn weg voorspoedig maakt, op de man die boze plannen smeedt. |
U geeft me geluk en liefde, altijd en overal. Ik zal bij u zijn in uw tempel, mijn hele leven lang. | Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven; ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen. |
Als je nadenkt voordat je iets zegt, bescherm je jezelf, maar als je zomaar dingen roept, loopt het slecht met je af. | Wie zijn mond in toom houdt, bewaart zijn leven; wie zijn lippen openspert, hem wacht het verderf. |
Vandaag heb ik jullie de wetten en regels gegeven van de Heer, jullie God. Ik heb gezegd dat jullie je daaraan moeten houden. Jullie moeten doen wat de Heer vraagt. En jullie moeten hem liefhebben. Als jullie dat doen, dan kiezen jullie voor het leven. Dan zullen jullie een goed leven hebben, en veel kinderen krijgen. De Heer, je God, zal jullie rijk en gelukkig maken in het land dat jullie in bezit gaan nemen. | Doordat ik u heden gebied de Here, uw God, lief te hebben door in zijn wegen te wandelen en zijn geboden, inzettingen en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en de Here, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen. |
Je moet je niet afvragen waarom vroeger alles beter was. Dat is niet erg verstandig. | Zeg niet: Hoe komt het, dat de vroegere tijden beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zoudt gij aldus vragen. |
Want dit zeggen de heilige boeken over mensen die in mij geloven: «Ze zullen altijd vol levend water zijn.» | Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. |
Wees blij op de dagen dat het goed met je gaat. Maar bedenk dat God ook de slechte dagen gemaakt heeft. En niemand weet wat er in de toekomst zal gebeuren. | Wees goedsmoeds in tijd van voorspoed, maar denk op de kwade dag: ook deze heeft God gemaakt evenzeer als die; immers kan de mens van de toekomst niets ontdekken. |
Als je luistert naar kritiek, zul je een gelukkig leven hebben, maar als je daar niet naar luistert, loopt het verkeerd met je af. | Een pad ten leven is hij, die de vermaning in acht neemt, maar wie de terechtwijzing veracht, doet dwalen. |
Bovendien heeft de wet niets meer over ons te zeggen. Want Christus is voor ons gestorven aan het kruis. En met hem is ons oude ik gestorven. We zijn nieuwe mensen geworden. Christus, de Zoon van God, houdt van ons en leeft in ons. Nu wordt ons leven niet meer beheerst door de wet, maar door God! | Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven. |
Probeer met iedereen in vrede te leven. En zorg dat je van binnen rein bent. Anders zul je God, de Heer, nooit zien. | Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien. |