Intussen stond de tollenaar helemaal achter in de tempel. Hij durfde zelfs niet omhoog te kijken. Hij huilde en zei: ‘God, ik ben een slecht mens. Heb medelijden met mij.’
Iedereen moet voor zichzelf besluiten hoeveel hij wil geven. Je moet van harte geven, en niet omdat het verplicht is. Want God houdt van mensen die met vreugde geven.