- Aanvaard degenen die zwak staan in het geloof, ontvang hen zonder hun opvattingen te bestrijden.
- Wie alles eet mag niet neerzien op iemand die dat niet doet, en wie niet alles eet mag geen oordeel vellen over iemand die dat wel doet, want God heeft hem aanvaard.
- Wie bent u dat u een oordeel velt over de dienaar van een ander? Of het wel of niet goed is wat hij doet, bepaalt alleen zijn eigen heer – en hij zal het goed blijven doen, want de Heer heeft de macht hem te laten volharden.
- De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen.
- Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, wij zijn van de Heer.
- Want er staat geschreven: ‘Zo waar Ik leef – zegt de Heer –, voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’
- Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen. In plaats daarvan moet u zich voornemen uw broeder en zuster niet te laten struikelen of ten val te brengen.