De HEER bewijst zijn liefde: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen einde. Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! | It is of the Lord's mercies that we are not consumed, because his compassions fail not. They are new every morning: great is thy faithfulness. |
Maar de Heer is trouw, Hij zal u kracht geven en u tegen het kwaad beschermen. | But the Lord is faithful, who shall stablish you, and keep you from evil. |
Hij die u roept is trouw en komt zijn belofte na. | Faithful is he that calleth you, who also will do it. |
Mogen liefde en trouw je nooit verlaten, wind ze om je hals, schrijf ze in je hart. God en de mensen zullen je genegen zijn en je zult waardering ondervinden. | Let not mercy and truth forsake thee: bind them about thy neck; write them upon the table of thine heart: So shalt thou find favour and good understanding in the sight of God and man. |
Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want Hij die de belofte heeft gedaan is trouw. | Let us hold fast the profession of our faith without wavering; (for he is faithful that promised;) |
Besef dus goed: alleen de HEER, uw God, is God en Hij houdt woord; Hij komt zijn beloften na en is trouw aan ieder die Hem liefheeft en die doet wat Hij gebiedt, tot in het duizendste geslacht. | Know therefore that the Lord thy God, he is God, the faithful God, which keepeth covenant and mercy with them that love him and keep his commandments to a thousand generations. |
HEER, U bent mijn God. Hoog zal ik U prijzen, uw naam loven. Want wonderbaarlijk zijn uw daden, sinds mensenheugenis hebt U uw plannen uitgevoerd, trouw en betrouwbaar. | O Lord, thou art my God; I will exalt thee, I will praise thy name; for thou hast done wonderful things; thy counsels of old are faithfulness and truth. |
Loof de HEER, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. | O give thanks unto the Lord; for he is good; for his mercy endureth for ever. |
Hij zal je beschermen met zijn vleugels, onder zijn wieken vind je een toevlucht, zijn trouw is een schild en pantser. | He shall cover thee with his feathers, and under his wings shalt thou trust: his truth shall be thy shield and buckler. |
U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: Hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan. | There hath no temptation taken you but such as is common to man: but God is faithful, who will not suffer you to be tempted above that ye are able; but will with the temptation also make a way to escape, that ye may be able to bear it. |
Moge de Heer uw hart richten op de liefde voor God en de standvastige trouw aan Christus. | And the Lord direct your hearts into the love of God, and into the patient waiting for Christ. |
God, door wie u geroepen bent om één te zijn met zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw. | God is faithful, by whom ye were called unto the fellowship of his Son Jesus Christ our Lord. |
Rechtvaardig is de HEER in alles wat Hij doet, heel zijn schepping blijft Hij trouw. | The Lord is righteous in all his ways, and holy in all his works. |
Hij waakt over de paden van het recht en beschut de weg van wie Hem trouw zijn. | He keepeth the paths of judgment, and preserveth the way of his saints. |
Maar de HEER is trouw aan wie Hem vrezen, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij doet recht aan de kinderen en kleinkinderen van wie zich houdt aan zijn verbond en naar zijn geboden leeft. | But the mercy of the Lord is from everlasting to everlasting upon them that fear him, and his righteousness unto children's children; To such as keep his covenant, and to those that remember his commandments to do them. |
Niet ons, HEER, niet ons, geef uw naam alle eer, om uw liefde, uw trouw. | Not unto us, O Lord, not unto us, but unto thy name give glory, for thy mercy, and for thy truth's sake. |
De HEER zal mij altijd beschermen. HEER, uw trouw duurt eeuwig, laat het werk van uw handen niet los. | The Lord will perfect that which concerneth me: thy mercy, O Lord, endureth for ever: forsake not the works of thine own hands. |
HEER, hoor mijn gebed, luister naar mijn smeken, antwoord mij, u bent trouw en rechtvaardig. | Hear my prayer, O Lord, give ear to my supplications: in thy faithfulness answer me, and in thy righteousness. |
Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw. | Behold, his soul which is lifted up is not upright in him: but the just shall live by his faith. |
Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van al het onrecht dat wij bedrijven. | If we confess our sins, he is faithful and just to forgive us our sins, and to cleanse us from all unrighteousness. |
U, HEER, U weigert mij uw ontferming niet, uw liefde en uw trouw zullen mij steeds bewaren. | Withhold not thou thy tender mercies from me, O Lord: let thy lovingkindness and thy truth continually preserve me. |
Want de HEER heeft gerechtigheid lief, wie Hem trouw zijn, verlaat Hij niet. Zij blijven voor eeuwig behouden, maar het nageslacht van zondaars wordt verdelgd. | For the Lord loveth judgment, and forsaketh not his saints; they are preserved for ever: but the seed of the wicked shall be cut off. |
U die de HEER bemint: haat het kwade. Hij behoedt het leven van wie Hem trouw zijn, uit de greep van de goddelozen bevrijdt Hij hen. | Ye that love the Lord, hate evil: he preserveth the souls of his saints; he delivereth them out of the hand of the wicked. |