Bijbelteksten over 'Beenderen'

«»

• Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg,
  onder mijn jammerklachten, de hele dag.
  Psalm 32:3zondebelijdenspreken
• Lieflijke woorden zijn een honingraat,
  zoet voor de ziel, en genezing voor de beenderen.
  Spreuken 16:24vriendelijkheidsprekenziel
• Een blij hart bevordert de genezing,
  maar een neerslachtige geest doet de beenderen verdorren.
  Spreuken 17:22genezinghartziekte
• Wees niet wijs in je eigen ogen:
  vrees de HEERE en keer je af van het kwade.
  Het zal een medicijn zijn voor je navel
  en verfrissing voor je beenderen.
  Spreuken 3:7-8ontzagzegenkwaad
• Evenmin als u weet wat de richting van de wind is, of hoe het gaat met de beenderen in de buik van een zwangere vrouw, evenmin kent u het werk van God, Die alles maakt.
  Prediker 11:5Godbegrijpen
• En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam.
  Toen zei Adam:
  Deze is ditmaal
  been van mijn beenderen,
  en vlees van mijn vlees!
  Deze zal mannin genoemd worden,
  want uit de man
  is zij genomen.
  Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.
  Genesis 2:22-24huwelijkscheppinglichaam