Dit zeg Ik daarover: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen. | Maar Ik zeg tegen jullie: houd van je vijanden en bid voor de mensen door wie jullie slecht behandeld worden. |
In eeuwigheid zal ik uw regels niet vergeten, daardoor houdt U mij in leven. | Nooit zal ik uw wetten vergeten, want door uw wetten heeft U mij leven gegeven. |
Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. | Laten we nooit stoppen om goed te doen. Want uiteindelijk zullen we daarvan de zegen oogsten. Maar dan moeten we wel doorzetten! |
Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wij hebben voedsel en kleren, laten we daar tevreden mee zijn. | Want we hebben niets op de wereld meegebracht toen we geboren werden, en het is duidelijk dat we ook niets uit de wereld kunnen meenemen als we sterven. Als we onderdak, eten, drinken en kleren hebben, moeten we tevreden zijn. |
Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ | Filippus zei tegen Hem: "Heer, laat ons de Vader zien. Dan zijn we tevreden." |
Maar als wij hopen op wat we nog niet zien, blijven we in afwachting daarvan volharden. | Maar wij kijken uit naar iets wat er nog níet is. En we zijn er zeker van dat het komt. Daarom wachten we er vol vertrouwen geduldig op. |
Beter één dag in uw voorhoven dan duizend dagen daarbuiten, liever op de drempel van Gods huis dan wonen in de tenten der goddelozen. | Ik ben liever één dag op het plein voor uw tempel dan duizend dagen ergens anders. Ik sta liever bij de drempel van uw heiligdom, dan dat ik woon bij mensen die zich niets van U aantrekken. |
Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad. | Als je 'ja' zegt, moet dat ook 'ja' zijn. En als je 'nee' zegt, moet het ook 'nee' zijn. Alles wat je daaraan toevoegt, komt van de duivel. |
Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. | Doe niet mee met de slechte dingen van de duisternis. Breng ze liever aan het licht. Want de dingen van de duisternis worden stiekem gedaan – en ze zijn bijna te erg om hardop te noemen. |
Veertig dagen en veertig nachten bleef Mozes daar bij de HEER, zonder te eten of te drinken. En de HEER schreef de tekst van het verbond, de tien geboden, op de platen. | En Mozes was daar 40 dagen en 40 nachten bij de Heer. Brood at hij niet en water dronk hij niet. En hij schreef op de platte stenen de regels van het verbond, de Tien Leefregels. |
Woorden hebben macht over leven en dood, wie zijn tong koestert, plukt daarvan de vruchten. | Je tong heeft de macht over leven en dood. Als je je mond zijn gang laat gaan, zul je daarvan de gevolgen dragen. |
Daar zal een gebaande weg lopen, die Heilige weg wordt genoemd, geen onreine zal die betreden. Hij is alleen voor het volk dat over de weg gaat. Dwazen dwalen er niet rond. | Er zal een brede weg komen, die de 'Heilige Weg' zal worden genoemd. Niemand die onrein is, zal op die weg komen. Die weg zal alleen zijn voor mensen die leven zoals God het wil. Zelfs de dwazen zullen er niet op ronddwalen. |
Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief Hij zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. | Hij nam hen mee naar buiten tot bij Betanië. Hij hief zijn handen op en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, ging Hij bij hen vandaan, naar de hemel. |
Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. | We hebben dus deze drie dingen: geloof, hoop en liefde. Maar de belangrijkste van deze drie is de liefde. |
Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. | Maar door de Geest ontstaan liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, hulpvaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen heeft de wet van Mozes niets. |
Wie verstandig is, ziet het gevaar en hoedt zich ervoor, wie onnozel is, gaat het tegemoet en zal daarvoor boeten. | Een verstandig mens ziet moeilijkheden aankomen en zorgt dat hij in veiligheid komt. Maar slechte mensen gaan maar door en worden gestraft. |
De HEER zei tegen Mozes: ‘Kom naar Mij toe, de berg op, en wacht daar; dan zal Ik je de stenen platen geven waarop Ik de wetten en geboden heb geschreven om het volk te onderrichten.’ | De Heer zei tegen Mozes: "Kom naar Mij toe op de top van de berg en blijf daar. Ik zal je twee platte stenen geven waarop Ik de wetten en leefregels van mijn verbond heb geschreven. Jij moet het volk die wetten en leefregels leren." |
En is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Daaruit volgt dat we op sabbat goed mogen doen. | En een mens is toch veel belangrijker dan een schaap? Daarom mag je op de heilige rustdag goed doen. |
En vraag jezelf niet af waarom het vroeger beter was dan nu. Het getuigt van weinig wijsheid als je daarnaar vraagt. | Vraag niet: "Hoe komt het dat het vroeger beter was dan nu?" Want dat is geen wijze vraag. |
En verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. | Verlang naar het zuivere woord van Gods waarheid, net zoals pasgeboren baby's verlangen naar pure, onverdunde melk. Want daardoor zullen jullie opgroeien. |
Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen. In plaats daarvan moet u zich voornemen uw broeder en zuster niet te laten struikelen of ten val te brengen. | Laten we dus niet langer kritiek op elkaar hebben. Bedenk liever dat het beter is om ervoor te zorgen dat je het geloof van je broeder of zuster niet beschadigt door jouw gedrag. |
En daarna komt dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze. | De tweede wet, die net zo belangrijk is, is deze: 'Houd net zoveel van je broeders als van jezelf.' Geen enkele wet is belangrijker dan deze twee. |
Daarop zei Jozua: ‘Doe dan die vreemde goden weg en richt u volledig op de HEER, de God van Israël.’ | Jozua zei: "Doe dan nu alle afgoden weg die jullie nog hebben. Verlang er met je hele hart naar om de Heer te gehoorzamen, de God van Israël." |
Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. | Net zo haalt een goed mens goede dingen tevoorschijn uit de goede voorraad in zijn hart. Maar een slecht mens haalt slechte dingen tevoorschijn uit de slechte voorraad in zijn hart. Want iemands woorden verraden wat er in zijn hart is. |
De wijsheid van boven daarentegen is vóór alles zuiver, en verder vredelievend, mild en meegaand; ze is vol ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. | Maar de wijsheid die van God komt, is zuiver, vol vrede, bescheiden, gehoorzaam, vriendelijk en vol goede daden, zonder iemand voor te trekken, en eerlijk bedoeld. |