Bijbelteksten over 'Eigenlijk'
- Wee degene die de strijd aanbindt
met Hem door wie hij gevormd is –
een potscherf tussen de potscherven.
Zegt de klei soms tegen wie hem vormt:
‘Wat ben je eigenlijk aan het maken?’
of: ‘Deze pot heeft niet eens oren!’ - Werkelijk, Ik verzeker jullie, wie iemand ontvangt die door Mij gezonden is, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft.
- Wie heimelijk haat is een huichelaar,
wie openlijk lastert een dwaas. - Want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’
- We hebben verdriet maar toch zijn we altijd verheugd, we zijn arm maar toch maken we velen rijk, we bezitten niets maar toch hebben we alles.
- Daarom betaalt u ook belasting en staat wie belasting int in dienst van God.
- Wat nu het eten van offervlees betreft: wij weten dat alle afgoden in de hele wereld niets voorstellen en dat er maar één God is.
- Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd zijn dat één mens voor alle mensen is gestorven, waardoor alle mensen zijn gestorven, en dat Hij voor allen is gestorven opdat de levenden niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor de levenden is gestorven en is opgewekt.
- Maar omdat God zo barmhartig is en de liefde die Hij voor ons heeft opgevat zo groot, heeft Hij ons, terwijl wij allen dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Door genade bent u gered!
- Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. Want wie de kleinste onder jullie allen is, die is werkelijk groot.’
- Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood?
- Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft.
- Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn.
- Maar bemiddeling is niet nodig wanneer er maar één is die handelt, en God is één.